'Van Schaik schetst een gemengd beeld: dorpsbesturen voelden vanaf 1800 meer druk om aanwijzingen van hogerhand uit te voeren. Plaatselijke verhoudingen zoals familierelaties bleven belangrijk in de dagelijkse praktijk van het dorpsbestuur. [...] Hij concludeert dat de autonomie van het dorpsbestuur afnam ten gunste van hogere bestuurslagen, maar dat onder de oppervlakte van de formele structuren ruimte bleeg om 'uit de pas' te lopen.' Peter van Dam: Geschiedenis Magazine 54 (2019) 8, p. 58
'De negen hoofdstukken vormen een nauwgezette uiteenzetting over het dorpsleven in de te onderzoeken periode. De verschillen tussen de dorpen waren groot, waardoor een vergelijking soms moeilijk te maken is. Sommige gebeurtenissen zijn zo uitgebreid gearchiveerd en door Van Schaik zo smakelijk verteld, dat het zeer hedendaags aanvoelt. [...] Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat er in de Utrechtse dorpsbesturen in deze tijd een grote mate van continuïteit was, zowel wat samenstelling betreft als beleid. De aansturing van het centraal beleid werd weliswaar sterker, maar de dorpen wisten hun eigen weg hierbinnen te vinden. Vandaar de toepasselijke titel: in de maat en uit de pas.' Tessa Nagel via: historischhuis.nl, 25 juli 2019
'De auteur focuste op vijf gemeenten: Amerongen, Lopik, Maarssen, Soest en Westbroek. Wat was de samenstelling van de 'gerechten' (gemeentebesturen)? Wie kwamen in aanmerking voor een bestuursfunctie (schout en schepenen)? En wat was de rol van de ambachtsheer? [...] Het boek is voorzien van illustraties en tabellen in zwart-wit, talrijke voetnoten en bijlagen, een bronnen- en literatuuroverzicht en register. Voor streekbewoners en ieder met serieuze interesse voor deze periode.' Peter Turk via: NBD Biblion, 24 juli 2019.