Aan de bouw van het Paviljoen Von Wied aan het strand van Scheveningen (1827) ging de Leidse aannemer Theo Molkenboer bijna failliet. Toch wist hij zich vervolgens te ontwikkelen tot een vooraanstaand architect die met name talrijke katholieke kerken heeft ontworpen. Zijn oeuvre omvat ook winkels van Sinkel, fabrieken, seminaries, hofjes, kloosters, gestichten, een schoolgebouw en een herensociëteit. Karakteristiek voor zijn gebouwen was de grote rol van de stukadoor. Zo waren zijn kerken niet in steen overkapt maar voorzien van lichte gewelven, gemaakt uit latwerk en gips. Molkenboer is dan ook een prominent vertegenwoordiger van de stukadoorsarchitectuur die bloeide in de eerste helft van de negentiende eeuw. Voor zijn bouwkunst was verder typerend dat hij vrijelijk putte uit diverse bouwstijlen. Zuilen zonder last beperkt zich niet tot een analyse van het bouwkundige oeuvre, maar zet ook het licht op tal van aspecten die zo kenmerkend waren voor een bouwproces aan het begin van de negentiende eeuw. Zo is er aandacht voor de vaak inventieve manier waarop de bouw werd bekostigd, voor de concurrentie tussen architecten, de wijze van aanbesteding van het werk, de interactie tussen opdrachtgever, architect en aannemer en tenslotte voor de soms hoog oplopende conflicten die zich voor, tijdens en zelfs na de bouw konden afspelen tussen geestelijkheid en parochianen onderling, maar ook tussen de verschillende geloofsrichtingen. Omdat ontwerpen voor kerkgebouwen ten tijde van Molkenboer ter goedkeuring moesten worden voorgelegd aan de ingenieurs van het departement van Waterstaat, komt het commentaar van die zijde uitvoerig aan bod alsmede de discussies tussen architect en ingenieur. Tot slot wordt ook ingegaan op de beoordeling van zijn werk door tijdgenoten en latere critici.
Bertus Bakker (1947) is natuurkundige en cultuurhistoricus. Hij schreef over diverse onderwerpen op het gebied van de cultuurpopularisatie. Zijn voornaamste publicatie vormt Elk zijn museum. Openbaar Kunstbezit 1956-1988. Esthetische vorming van het Nederlandse volk, de handelseditie van zijn proefschrift, dat in 2013 verscheen.
'[...] Niemand kan na lezing van het boek met steekhoudende argumenten beweren dat Molkenboer een marginale rol speelde in de Nederlandse architectuur halverwege de negentiende eeuw. Voor geïnteresseerden in dit onderwerp – en de kerkbouw uit die tijd in het bijzonder – is dit prettig geschreven boek een aanwinst voor de boekenkast.' - Coert Peter Krabbe in Cuypersbulletin 2023-2
'[...] In Zuilen zonder last komenbehalve de architectuur van kerken en profane gebouwen ook verschillende andere aspecten van het bouwproces uitgebreid aan de orde. [...] Bij onstentenis van een bedrijfsarchief raadpleegde de schrijver een groot aantal archieven van opdrachtgevers en officiële instanties. [...] Enn brede opzet maakt deze studie tot een belangwekkend naslagwerk over een periode die bij onderzoekers nog altijd op weinig aandacht kan rekenen.' - Ineke Pey in Venster 20 (2022) 3, p. 22
'[...] De auteur van de hier besproken studie laat zich niet uit over de kunsthistorische verdiensten van Molkenboer, vergeleken met Cuypers, maar plaatst het werk van Molkenboer wel zó effectief in zijn historische context, dat we hier absoluut van een rehabilitatie mogen spreken. [...] De gigantische hoeveelheid gegevens die de auteur voor dit boek bijeen heeft gebracht worden ons opgediend in een aantrekkelijke, licht verhalende vorm waardoor de lezer zich gemakkelijk kan inleven (‘Tamelijk vrijpostig schreef hij […] [de pastoor] voelde zich hogelijk miskend en wees de aartspriester er onverbloemd op […] Hij sloot zijn lamentatie af met de zinsnede […]’, 227). En aan het slot weten we niet alleen meer over Theo Molkenboer en zijn kerken, maar ook over het bouwen van kerken in het algemeen, en wat daar allemaal bij kwam kijken. [...]' - Lodewijk Winkeler in Documentatieblad voor de Nederlandse kerkgeschiedenis na 1800, Vol. 45 nr. 96
'[...] De meeste architectuurboeken bestaan voor driekwart uit plaatjes. maar bij Bert Bakker is de verhouding beeld/tekst omgedraaid, De auteur geeft een minutieus verslag van de ontstaansgeschiedenis en de context van de meeste opdrachten. Daarnaast schetst hij een vrij volledig beeld van de architecten- en bouwpraktijk in de 19de eeuw en de ontwikkeling van het katholieke reveil. Met mooi historisch materiaal, maar helaas weinig beeld van de bewaard gebleven gebouwen, vaak rijksmonumenten.' - Paul Groenendijk in G-Geschiedenis 1|2022, p. 62
'[...] Molkenboer ontwierp en bouwde zo’n veertig kerken door het hele land, waaronder de Matthiaskerk in Warmond en de Sint Petrus’ Banden in Roelofarendsveen. Zijn oeuvre omvat daarnaast winkels van Sinkel, fabrieken - zoals die van Le Poole op de Garenmarkt - seminaries in Warmond en Voorhout, het H. Geesthofje aan de Doezastraat, kloosters, gestichten, een schoolgebouw en de herensociëteit Concordia op de Hogewoerd in Leiden.[...] Met recht een portefeuille om herinnerd te worden, maar tot zijn verbazing kon Bertus Bakker zelfs geen foto van hem terugvinden. ,,Over zijn leven is verder weinig bekend. En hij is zwaar ondergewaardeerd. Vraag mensen naar een kerkenbouwer uit de negentiende eeuw en tien tegen een dat men Pierre Cuypers zegt. Maar Molkenboer was dé man van de eerste helft van de negentiende eeuw’’, zegt de in Alkmaar woonachtige Bakker. [...]' - Interview Gertjan va Geen met Bertus Bakker in Regio 5 3 nov 2021