Eene soort van dynastie van spoorwegbeambten

De Nederlandse spoorwegen oefenden al vroeg nu hun oprichting en vooral in het laatste kwart van de negentiende eeuw (toen ze op landelijke schaal opereerden) een gedifferentieerde vraag uit op een nationale arbeidsmarkt, die toen nog niet geïntegreerd was en uit vele deelmarkten bestond. Deze uitzonderlijke positie bracht ook uitzonderlijke problemen met zich mee. In deze studie wordt een duidelijk beeld geschetst van de oplossingen die de spoorwegmaatschappijen bedachten voor hun personeelsproblemen en van de bedoelde en onbedoelde effecten van hun handelen. Aan de orde komen de organisatiestructuur van de ondernemingen, de werving, het verloop en de mobiliteit van het personeel en de loonvorming en prijsvorming van de arbeid.    

'Dehings boek is sterk markt-economisch gericht; de sociale kant van het werken bij het spoor komt niet aan de orde, evenmin als de verhoudingen binnen het bedrijf tussen hoog en laag. Binnen deze beperking is het echter een uitstekend boek, zeer goed gedocumenteerd met cijfers, tabellen en grafieken, en ondanks de wat droge inhoud toch goed leesbaar geschreven.' In: BMGN