De dichter Jan Zoet (1609-1674) was een luis in de rijke pels van de Amsterdamse magistraat in de Gouden Eeuw. Deze getapte herbergier, toneelspeler, drukker, wijnkoper uit de Haarlemmerstraat was een wereldverbeteraar met scherpe pen. Zijn literaire productie loopt uiteen van vertaald proza, lyrische lofzangen en toneelstukken vol hartstocht tot erotische kluchten en felle hekeldichten. Als een kameleon voegde hij zijn taalgebruik naar de meest geëigende literaire vorm of het onderwerp van zijn lof of spot. Kerkelijke starheid en aanmatiging kraakte hij af, de Oranjes prees hij de hemel in, het staatsgezinde regentendom verguisde hij. Zijn snedige kritiek op sociale, politieke en kerkelijke misstanden kwam deels voort uit zijn doperse, pacifistische levensovertuiging. Met zijn tegendraadse opvattingen heeft Zoet zich in de zeventiende-eeuwse cultuurgeschiedenis een unieke plek toegeëigend, die nu voor het eerst wordt belicht in deze studie van zijn leven en werk.
'Buitengewoon verzorgde biografie van de schrijver, dichter, toneelspeler, drukker, wijnkoper, orangist, herbergier en wereldverbeteraar Jan Zoet'. In: Trouw 17-05-2008
'Hoewel deze schrijvende, dichtende en vuilspuitende herbergier minder fraaie letterkundige werken heeft nagelaten dan Vondel, is zijn levensbeschrijving ongeveer twee keer zo dik. Zijn biograaf Rudolf Cordes legt dan ook bijna alle pennenvruchten van de minor poet onder de loep, en dat ziijn er nogal wat. Zoets eigenaardigheden zijn een vuistdikke pil zeker waard en Cordes corrigeert en verheldert het beeld van zijn held op verschillende punten.' Maarten Hell in: Ons Amsterdam 60 (2008) 7/8, p. 273
'Hoewel Cordes zich wat al te zeer laat leiden door Zoets geschriften, die hij stuk voor stuk bespreekt, en hij bang lijkt ook maar iets onbesproken te laten, is dit een boeiend boek, dat een schat aan informatie biedt over een periode waarin niemand hoefde te zeuren om meer "straatrumoer" of engagement in de letteren.' Ron Hartmans in: De Groene Amsterdammer 132 (2008) 30
'Rudolf Cordes heeft Zoet weer onder het stof vandaan gehaald en toont duidelijk aan waarom ook op het eerste gezicht minder bekende figuren hun plaats in de geschiedschrijving verdienen. Hij behandelt Zoets leven en werk op pakkende wijze. [...] Het boek is zeker niet alleen interessant voor bijvoorbeeld literatuurhistorici of kenners van de zeventiende eeuw. Doordat Zoet reageerde op en ageerde tegen allerlei gebeurtenissen en onderstromen in de samenleving, krijgt de lezer een levendig beeld van het bruisende en dynamische leven in het Amsterdam en de Republiek van de zeventiende eeuw voorgeschoteld.' Annemarieke Blankesteijn op: www.historischhuis.nl/recensies; 'Het boek toont aan dat onze letterkundige smaak aan verandering onderhevig is, en stelt een auteur centraal die tot nog toe in de literatuurgeschiedenis als "tweederangs" was weggezet. [...] Het boek is prachtig uitgegeven, gebonden, geïllustreerd in zwart-wit en kleur, en het betoog is zorgvuldig opgeschreven.' Natascha Veldhorst in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde 124 (2008) 4
‘Het was Cordes echter ook – en misschien wel vooral? – te doen om Zoets grotendeels in duisternis gehulde leven […]. Hij is dan ook sterk gericht op autobiografische gegevens in Zoets werk, om daaruit diens levensloop en opvattingen zo goed mogelijk te reconstrueren. […] Uiteindelijk gaat het Cordes om de herontdekking van de “kleurrijke schrijver” Jan Zoet, […] wiens gevarieerde oeuvre, en met name zijn vertelkunst, in zijn ogen zeker herwaardering verdient. We danken de mogelijkheid tot zo’n literaire herwaardering inderdaad aan Cordes’ onvermoeibare naspeuringen en openlegging van Zoets werk, maar de karakteristiek “kleurrijk” geeft niet echt inzicht in wat Zoet als schrijver bewoog, wat nu eigenlijk kenmerkend voor hem was. […] Gebruiken kan met het boek echter zeer goed: het bevat behalve een nauwkeurige bibliografie van Zoets werk, ook bijlagen […].’ Mieke B. Smits-Veld in: Spiegel der Letteren 52 (2010) 2, p. 219-222