The development of the principles of insurance law in the Netherlands from 1500 to 1800

The development of insurance law in the Netherlands occupies in many senses, but then particularly in a chronological sense, a central position in the historical development of European and therefore world insurance law. Van Niekerk describes this crucial Dutch period. Part A of this detailed study seeks to put insurance law and practice and the insurance contract in the Netherlands from 1500 to 1800 in some perspective. It is concerned with the recognition and distinguishing features of the insurance contract in the Roman-Dutch sources, and investigates in this regard the relationship between the insurance contract and other related and often antecedent forms of contract, including the maritime loan and the contract of gaming and wagering. The classification of the insurance contract in the Roman-Dutch legal system and its definition in the sources are also investigated. Lastly this part treats the application of insurance law and the settlement of insurance disputes in Dutch courts, and related matters. Part B is devoted to the substantive principles of Roman-Dutch insurance law. It covers the application, in the insurance context, of matters common to contracts generally. These matters include the requirements for the validity of insurance contracts, the terms of insurance contracts, the involvement of third parties, the effect of fraud, and the duration and termination of the insurance contract. Van Niekerk also describes matters traditionally considered separately such as the objects of risk and the perils insured against, the premium, the duration and alteration of the risk, the types of loss and the principle of indemnity, and the insurer's right of recourse and the doctrine of abandonment.    

'Naar mijn mening verdient het boek van Van Niekerk de kwalificatie "standaardwerk". De schrijver schetst een vrijwel compleet beeld van de ontwikkeling van het verzekeringsrecht in de belangrijke periode 1500-1800. Dit boek is ten zeerste aan te bevelen en mag eigenlijk niet ontbreken in de bibliotheken van hen die zich bezig houden met het verzekeringsrecht, of van hen die zich bezig houden met de geschiedenis van het privaatrecht.' Ron Feunekes in: Rechtsgeleerd Magazijn Themis, juni 2003

'Een werk als dit heeft natuurlijk zijn nadelen. Het is bepaald geen bedside lectuur, het is vaak niet al te boeiend, en het leest af en toe als een omgevallen kaartenbak, maar die feilen wegen niet op tegen de verdiensten van Van Niekerks pionierswerk. Met zijn meer dan vijftienhonderd pagina's heeft hij het oerwoud van vroegmoderne verzekeringsregelingen ontsloten en van wandelroutes voorzien, waardoor het bereikbaar is geworden voor gewone stervelingen.' H.L.J. Looijesteijn in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 28, 2002

'Een waar monnikenwerk, en we kunnen hem er dankbaar voor zijn, want ook al is het nu niet direct een pageturner, zijn boek is om meerdere redenen zeer belangrijk voor historici. (...) Dit boek, hoe weerbarstig en specialistisch het zelf ook is, levert dan ook heel wat munitie voor het onderzoek naar het denken over risico's, risicobestrijding en zekerheidsregelingen, en darmee het onderzoek naar de mentaliteit van de vroegmoderne Nederlander in het algemeen. (...) Met zijn meer dan vijftienhonderd pagina's heeft [Van Niekerk] het oerwoud van vroegmoderne verzekeringsregelingen ontsloten en van wandelroutes voorzien, waardoor het bereikbaar is geworden voor gewone stervelingen. Die moeten overigens wel voor lief nemen dat zelfs Van Niekerks wandelroutes bepaald geen pleziertochtjes zijn, en dat er stevig gewandeld en soms flink geklauterd moet worden om het boek ten volle te appreciëren.' H.L.J. Looijesteijn, in: Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis 28 (2002)