In de late middeleeuwen deden vrije mannen overal in Noordwest-Europa als dienstplichtigen mee aan raids, belegeringen en veldslagen. Omdat ze als amateurs te boek staan, heeft de militaire geschiedschrijving tot dusver weinig oog voor hun inzet gehad. Dit boek wil hierin verandering brengen. Het gaat over de volksweerbaarheid en volksbewapening in Friesland tussen 1480 en 1560, een tijdvak waarin vaak en fel is gevochten in de Noordelijke Nederlanden. Hans Mol beschrijft de samenstelling en ontwikkeling van de Friese boeren- en burgermilities. Hij onderzoekt tevens waarom de zelfverdediging van de Friezen uiteindelijk faalde bij hun streven om hun politieke autonomie te bewaren. Hoofdbron voor deze studie is een omvangrijke serie monsterlijsten uit 1552 die voor zes steden en veertien Friese plattelandsdistricten zijn overgeleverd. Ze bevatten per dorp of wijk uitvoerige beschrijvingen van alle weerplichtige mannen met hun namen en uitrusting. Het boek bevat een editie hiervan.
'De voornaamste sterkte van deze studie is dat het onderzoek naar de milities goed is ingebed in een rigoureuze discussie van de evolutie van krijgstechnieken in de vijftiende en zestiende eeuw (hoofdstuk 4) en in een discussie van de sociale en economische organisatie van de Friese samenlevingen (hoofdstuk 2 en 3).' Frederik Buylaert in: BMGN - Low Countries Historical Review 134 (2019) 2, review 27
'Hans Mol [...] provides with this study far more than its title suggests. He integrated his main topic perfectly into both the context of late medieval and early modern military professionalization, and the sixteenthcentury state formation in the Low Countries.' Joop W. Koopmans in: Renaissance Quarterly LXXII (2019) 3, p. 1074-1076
'Over de rol en de inzet van lokale milities in oorlogen in Noordwest-Europa in de late vijftiende en zestiende eeuw is veel onduidelijk. [...] Dit boek voorziet dus in een hiaat. [...] Dit boek nodigt uit tot verder comparatief onderzoek over de rol en ontwikkeling van de milities in de Nederlanden. Mol vergelijkt waar mogelijk de Friese casus al, bijvoorbeeld met Holland, maar hier ligt nog veel werk.' Erik Swart in: TSEG 15 (2018) 4, p. 143-145
'Enerzijds is het een boek over de professionalisering van het krijgsbedrijf in de periode 1450-1550. Anderzijds krijgt de lezer een fraai inkijkje in de geschiedenis van Friesland aan het eind van de Middeleeuwen, toen er veelvuldig werd gevochten in het gebied tussen Vlie, Lauwers en Linde.' In: Geschiedenis Magazine 53 (2018) 2, p. 61
'Het boek bevat een editie van deze monsterlijsten, die ook van belang zal blijken te zijn voor genealogisch onderzoek. Deze bronuitgave, voorzien van een uiterst boeiend onderzoek naar volksweerbaarheid, verzorgt de auteur samen met Peter van der Meer. De bron bevat naast de namen van de weerbare mannen ook gegevens over de uitrusting, helaas minder over de militaire organisatie. Deze gegevens geven een mooi inkijkje in de rijkdom van de bewoners in de verschillende steden en grietenijen. [...] Het boek roept vragen op hoe dergelijke milities elders in de Nederlanden georganiseerd waren. Het laat tevens zien dat de kracht van volksmilities zeker in de late Middeleeuwen niet onderschat mag worden. De studie zal bijdragen aan meer aandacht voor dit onderwerp onder krijgshistorici.' Drs. Aron de Vries via: historischhuis.nl, april 2018
'Mols uitvoerige studie naar de organisatie en inzet van weerplichtingen in laat-Middeleeuws Friesland smaakt zeker naar meer voor de rest van de Nederlanden in deze periode! Het is echter de vraag of het sporadische bronmateriaal dat toelaat. Vanwege de uitgebreide schets van politieke, militaire en maatschappelijke ontwikkelingen in de 15e en 16e eeuw is Mol er op een uiterst boeiende manier in geslaagd een interessant en verhelderend beeld te geven van de Friese volksweerbaarheid in deze periode. Een geslaagde studie!' Wouter van Dijk via: Hereditas Nexus online, 19 april 2018
'De Friese volkstrots berust voor een belangrijk deel op heldenverhalen uit de late middeleeuwen. Denk aan Grutte Pier of de slag bij Warns. Die verhalen zijn soms versimpeld of aangedikt met verzinsels, maar er zit zeker een kern van waarheid in: de Friese bevolking liet niet over zich heen lopen en de mannen waren strijdlustig als het er op aankwam. Het ging echter lang niet altijd om spontane vechtlust, want er bestond dienstplicht voor alle gezonde mannen van zestien tot zestig jaar. In tijden van oorlog of gevaar moesten vooral de jongeren zich melden, liefst met een wapen en een harnas. De adellijke families stelden wapenbezit daarom verplicht en controleerden het ook: zowel in de grietenijen (gemeenten) als in provinciaal verband. Vandaag verschijnt hierover een boek van historicus Hans Mol (Fryske Akademy): De Friese volkslegers tussen 1480 en 1560. Uit deze periode is een aantal "monsterlijsten" bewaard gebleven. Dit zijn overzichten van alle huishoudens met de aanwezige wapens. Peter van der Meer van de Fryske Akademy hielp Mol bij de bestudering hiervan.' Erwin Boers in: Leeuwarder Courant (23 november 2017).