De wijze waarop een overheid aan haar geld moet komen en de problemen die daarbij ontstaan, zijn kwesties die overal en altijd hebben gespeeld en ook wel zullen blijven spelen. In deze bundel wordt dat geïllustreerd aan de hand van studies over de gang van zaken in diverse regio's van Nederland als Zeeland, Brabant, Limburg, Groningen en Holland. Vóór de Bataafse revolutie van 1795 beschikten deze regio's over een eigen bestuur en belastingstelsel, maar daarna kwam een moeizaam proces naar eenwording op gang. Daarnaast wordt vanuit landelijk perspectief bezien hoe de Nederlandse overheid na de definitieve eenwording is omgegaan met het beheersen van alle in het verleden aangegane staatsschulden door deze tot aanvaardbare proporties terug te brengen of weg te werken.
Inhoud: Woord vooraf WIETSE VEENSTRA/ARJAN OTTE, Financiering van de oorlogvoering te water. De Admiraliteit van Zeeland, 1597-1795 HENK BOELS, De 'Groninger amptenaffaire'. Een conflict over de belasting op de ambten in het gewest Stad en Lande, 1691-1693 TON KAPPELHOF, Besturen op afstand. Ambtelijke rapportages over de sociaaleconomische toestand van de Meijerij van ’s-Hertogenbosch, 1736-1787 EDUARD DORMANS, De financiële verhoudingen en belastingen in de Staatse Landen van Overmaze omstreeks 1750 PIETER WAGENAAR, Achttiende-eeuwse overheidsfinanciën. Kleine veranderingen met grote gevolgen VICTOR ENTHOVEN, 'Tot behoud van het lieve vaderland'. De nationale heffing op inkomen van 1798 JAN POSTMA, De tiërcering van 1810. Voorgeschiedenis, besluitvorming en nasleep HUGO LANDHEER, Afrekenen met het verleden. De vereffening van de achterstallige schulden van het Koninkrijk der Nederlanden in het begin van de negentiende eeuw Over de auteurs Index van persoonsnamen
'De bijdragen illustreren in het algemeen dat ook zonder theoretische vraagstellingen op grond van deskundig gebruik van bronnen stimulerende nieuwe inzichten tot stand kunnen komen.' Joke Roelevink in: Tijdschrift voor Geschiedenis 126 (2013) 1, p. 128-129
'In de bijdragen van Kappelhof en Wagenaar zien we hoe er reeds in de achttiende eeuw kleinere veranderingen optraden, die vooral toenemende informatieverschaffing aan het centrale bestuur betreffen. In de bijdragen van Enthoven, Postma en Landheer zien we ten slotte de totstandkoming van een meer krachtdadig centraal bestuur dat er op langere termin in slaagde evenwichtige overheidsfinanciën te bewerkstelligen.' Griet Vermeesch in: BMGN 128 (2013) 2, review 43, webrecensie
'De bijdragen illustreren in het algemeen dat ook zonder theoretische vraagstellingen op grond van deskundig gebruik van bronnen stimulerende nieuwe inzichten tot stand kunnen komen.' Joke Roelevink in: Tijdschrift voor Geschiedenis 126 (2013) 1, p. 128-12
‘Ruzie over belastingen en financieel beleid is van alle tijden, blijkt uit deze bundel. […] Ook aan de liefhebbers van petite histoire is gedacht. […] Een heerlijk boek voor financieel geïnteresseerden die wel eens wat anders willen dan de problemen van nu.’ Willem Bouwman in: Nederlands Dagblad/Gulliver 27-04-2012, p. 6
‘Het is soms vrij taaie kost over belasten en besturen, met vele cijfers en tabellen. Toch zijn dit ook voor de geïnteresseerde leek begrijpelijke verhalen met ook leuke plaatjes en soms verrassende conclusies.’ Djoeke van Netten in: Geschiedenis Magazine 47 (2012) 4, p. 56
‘De overheid in ons land heeft in de zeventiende en achttiende eeuw geprobeerd greep op het financiële reilen en zeilen van het openbaar bestuur te krijgen. In de rijk geschakeerde bundel […] worden al die pogingen uit de doeken gedaan.’ In: Openbaar Bestuur 21 (2012) 6, p. 15
Tevens besproken door Han C. Vrielink op: www.historischhuis.nl/recensies, 09-07-2012
Verder gesignaleerd in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 36 (2013) 1, p. 93.