In dit nummer van de Doopsgezinde Bijdragen wordt de schijnwerper vooral gericht op de ontstaansgeschiedenis van het doperdom met artikelen waarin vroege vaderen, zestiende-eeuwse stichters, mennisten, spiritualisten, wederdopers en martelaren figureren. Daarnaast is er ook aandacht voor latere ontwikkelingen zoals de Danziger Oude Vlamingen, de negentiende-eeuwse voorman Joost Hiddes Halbertsma en het Doopsgezind Wereldcongres.
Inhoud: Redactioneel LAAS TERPSTRA, De disputatie tussen Melchior Hoffman en Martin Bucer op de synode van Straatsburg (1533) PIET VISSER, 'Ick vreese uwer sielen seer'. Johannes a Lasco kruist in 1544 vreedzaam de degens met Menno Simons en een vertegenwoordiger van David Joris PIET VISSER, Het bedrieglijk onbewogen bestaan van brieven. Een editorische vergelijking tussen de geschreven en de gedrukte martelaarsteksten van Jeronimus en Lysken Segers JESSE SPOHNHOLZ, Overlevend non-conformisme. Anabaptistische tradities en hun regulering in laat zestiende-eeuws Wezel SJOUKE VOOLSTRA, Huiskopers of Danziger Oude Vlamingen ANNELIES VERBEEK, De 'theologie' van Joost Hiddes Halbertsma (1789-1869) JOHN A. LAPP/ED VAN STRATEN, Doopsgezind Wereldcongres: van een Europees-Amerikaanse conferentie tot een wereldwijde Koinonia Bronnen: PIET VISSER (ed.), Zes onbekende martelaarsbrieven van Jeronimus Segers (gest. 1551) Rectificatie: Correctie artikel van W. Stuve, De dienaarschap van de Oud-Vlaamse gemeenten te Haarlem; personen en hun achtergronden (DB 28) Interview: 'Yn petear oer it ferline of ferlenne'. Een gesprek met Sjouke Voolstra