In dit Jaarboek worden diverse interessante thema's uit de middeleeuwse geschiedenis van de Nederlanden behandeld. Tjamke Snijders beschrijft de ontwikkeling van de bibliotheek van de Henegouwse Sint-Gislenusabdij in het tweede kwart van de elfde eeuw, toen het klooster werd hervormd. Johanna Maria van Winter kruist de degens met Hein Jongbloed over de politieke ontwikkelingen en de achtergrond en betekenis van de machtsverhoudingen in de Nederlanden van de negende tot de elfde eeuw. Jaap van Moolenbroek belicht de verering van Richardus Anglicus en Emanuel van Cremona, dertiende-eeuwse heiligen van de cisterciënzer abdij Aduard. Leen Alberts schrijft over het alcoholgehalte van bier, en de praktische gevolgen daarvan, in het laatmiddeleeuwse Sticht en Holland. Nieuwe inzichten rond de vraag naar de identiteit van de kroniekschrijver 'Clerc uten laghen Landen' worden gepresenteerd door Evelien Timpener, terwijl Bram Van Hofstraeten een prosopografische studie biedt van de dignitarissen en grote kanunniken van het kapittel van Sint-Goedele en Sint-Michiel te Brussel in de jaren 1430-1559.
Inhoud: TJAMKE SNIJDERS, Handschriftelijke productie in tijden van hervorming. De kloosterbibliotheek van Sint-Gislenus in het tweede kwart van de elfde eeuw JOHANNA MARIA VAN WINTER, Mittelreichisches Friesland eine Markgrafschaft? HEIN H. JONGBLOED, Beweren of bewijzen. Prof.dr. J.M. van Winter ten antwoord JAAP VAN MOOLENBROEK, Richardus Anglicus en Emanuel van Cremona. Historie en memorie van twee dertiende-eeuwse heiligen van de cisterciënzer abdij Aduard LEEN ALBERTS, Bier drinken met maten. Dronkenschap en het alcoholgehalte van Stichtse en Hollandse bieren in de late middeleeuwen EVELIEN TIMPENER, 'Alsoe die historie seit'. De Clerc uten laghen Landen vanuit nieuw perspectief BRAM VAN HOFSTRAETEN, De dignitarissen en grote kanunniken van het kapittel van Sint-Goedele en Sint-Michiel te Brussel (1430-1559) Over de auteurs
'Dit nieuwe deel van het jaarboek bevat weer een verrassende mix van artikelen van jongere en oudere mediëvisten uit Nederland en Vlaanderen. Het omslag wordt gesierd door de gulzigheid uit de zeven hoofdzonden van Jheronimus Bosch. Deze illustratie verwijst naar het bijzonder interessante artikel van Leen Alberts over dronkenschap en de productie en het alcoholgehalte van verschillende soorten bier in de late Middeleeuwsen. Andere bijdragen [...], hebben weinig te maken met vraat- en drankzucht. Toch zijn ook dat artikelen die smaken naar meer.' Marjoke de Roos in: Geschiedenis Magazine 46 (2011) 6, p. 59
‘Dronkenschap kwam in de zestiende eeuw waarschijnlijk veel minder voor dan de geschriften van gereformeerde en humanistische zedenpredikers doen vermoeden. In het meest gangbare bier zat in die tijd niet veel meer dan 2 procent alcohol. […] De vlammende geschriften tegen dronkenschap uit de zestiende eeuw, wekten bij sommige historici de gedachte dat het alcoholisme in de zestiende eeuw een groeiend probleem was, ja dat er zelfs een “drugscrisis” gaande was. Volgens Alberts zijn er andere verklaringen: de bevolking groeide sterk en afspraken voor de openbare orde en veiligheid moesten op papier gezet worden. Bovendien raakten de geschriften van de zedenpredikers volgens Alberts door de boekdrukkunst veel breder verspreid dan voorheen. […] Alberts moest voor het berekenen van het alcoholpercentage in het bier niet alleen het brouwproces reconstrueren, maar ook de maateenheden die soms per stad verschilden, en het soortgelijk gewicht van de ingrediënten dat in de loop der jaren veranderde. Dat levert ingewikkeld rekenwerk op, met lang niet altijd een sluitende som.’ Rien van den Berg in: Nederlands Dagblad 26-04-2011
Tevens gesignaleerd in: Medioevo Latino 33 (2012) p. 837.