Het Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, onder redactie van Bas van Bavel (Amsterdam, UvA), Arnoud-Jan Bijsterveld (Nijmegen), Bram van den Hoven van Genderen (Utrecht), Antheun Janse (Leiden), Hans Mol (Leeuwarden, Fryske Akademy), Walter Simons (Dartmouth College USA), Erik Thoen (Gent) en Paul Trio (Leuven/Kortrijk), wil een boven-regionaal forum bieden voor bijdragen over de geschiedenis van de Nederlanden. Het richt zich op de klassieke onderdelen van de middeleeuwse geschiedenis en haar hulpwetenschappen, met de nadruk op politieke, institutionele en sociaal-economische geschiedenis. Verder komen artikelen op rechtshistorisch, historisch-geografisch en archeologisch terrein voor plaatsing in aanmerking. De diverse bijdragen worden behalve door de redactie elk ook steeds beoordeeld door een of meer externe referenten.
In dit vijfde nummer zijn zeven bijdragen opgenomen, elk met een geheel eigen thematische, chronologische en geografische focus. G.M. DE MEYER en C.F.M. KOCH lanceren een nieuwe theorie over de herkomst van het zilver uit de munten van vroegmiddeleeuws Frisia. ANTON KOS analyseert de machtsstrijd in Hamaland omstreeks het jaar 1000, met de bekende Balderik en Adela in de hoofdrollen. JAN DUMOLYN levert een beschouwing over de dominante klassen en elites in verandering in het laatmiddeleeuwse Vlaanderen. Stadsarcheoloog PETER BITTER presenteert de resultaten van zijn archeologisch en historisch onderzoek naar de Grote Kerk van Alkmaar vóór 1470. De economisch-historicus JOHN MUNRO uit Toronto biedt onder de titel 'Gold, Guilds and Government' een cijfermatig stevig gefundeerde visie op de impact van de grafelijk-hertogelijke monetaire en arbeidspolitiek op de neergang van de Vlaamse textielindustrie in de jaren 1390-1435. HILDO VAN ENGEN gaat na waarom en in welke tertiarissenconventen van het Kapittel van Utrecht de clausuur
'Globaal genomen biedt het Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2002 een zeer gevarieerde en interessante staalkaart van wat er op academisch niveau door jonge en oudere onderzoekers gepresteerd wordt. (...) De auteurs krijgen de kans hun argumentatie uitvoerig te ontwikkelen. Een uitgebreide literatuurlijst is aan elk artikel toegevoegd. Dat dergelijke ruime publicatiemogelijkheid aan hoofdzakelijk Nederlandstalige teksten geboden wordt, getuigt in deze tijd van moed.' Dirk van de Perre in: Signum 15 (2003) 4, p. 140-150
Verder gesignaleerd in: Spiegel Historiael 38 (2003) 5.