Toegevoegd aan winkelwagen
De wetten van het treurspel
Over ernstig toneel in Nederland, 1700-1772
€45,00
Op voorraad in de webshop
Op werkdagen voor 14.00 besteld, dezelfde dag ter post bezorgd. De levertijd is afhankelijk van de postale diensten.
ISBN |
9065506047 |
Auteur(s) |
A.S. de Haas
|
NUR codes |
685
,
621
|
Jaar van uitgave |
1998 |
Druk |
1 |
Bindwijze |
ing |
Aantal bladzijdes |
380 |
Over de status van het treurspel was men het in de zeventiende en achttiende eeuw wel eens, minder echter over hoe een goed treurspel er uit moet zien. Kijkt men naar het zeventiende-eeuwse toneel, dan ziet men een bonte mengeling van stijlen, vormen en toneelopvattingen. Vanaf de jaren zestig begonnen de ideeën over het toneel langzaam te veranderen. Oudere stukken werden ontdaan van wat men toen beschouwde als onzedelijk, onbeschaafd en goddeloos. Deze tendens werd later door overheidsmaatregelen bekrachtigd en poëticaal geformaliseerd door Andries Pels. Zo braken er tijden aan waarin datgene verworpen werd wat wij nu zo waarderen in veel Renaissancetoneel - vrijmoedigheid, levendigheid, taalrijkdom. Daarvoor in de plaats kwam een grote nadruk op nut en lering, op toneelwetten in het algemeen en op decorum. Het achttiende-eeuwse, classicistische toneel in zijn pure (ideale) vorm was een toneel waar niet méér vertoond en gezegd werd dan noodzakelijk uit oogpunt van rede, beschaving en gezond verstand. In deze studie worden de Nederlandse opvattingen over het classicistisch treurspel uitvoerig beschreven. Anna de Haas baseert zich hiervoor op oorspronkelijke en vertaalde voorwerken bij toneelstukken, artikelen in periodieken, afzonderlijke verhandelingen en dichtbundels en andere publicaties van toneelvertalers en toneeldichters. De opvattingen over het ideale treurspel hangen natuurlijk samen met opvattingen over godsdienst, filosofie, geschiedenis, opvoeding et cetera, zodat tussen de regels door ook een aardig beeld wordt gegeven van verschillende aspecten van de achttiende-eeuwse ideeënwereld. Het classicisme is een fase waarin zich ideeën en opvattingen hebben gevormd die een onvervreemdbaar deel zijn van de geschiedenis van het toneel. Wie dit boek leest, zal merken dat veel van die ideeën en opvattingen nog altijd leven, zij het nu aangepast aan ónze tijd en ónze zeden.
'De uitgebreide literatuur opgave en de registers getuigen van een indrukwekkend opzoekings- en studiewerk. Soms verdrinkt een wetenschapper in de zee van zijn materiaal, niet zo Anna de Haas. Zij is er in geslaagd om op een heldere ben bijzonder boeiende wijze een schijnbaar minder vruchtbare periode uit de geschiedenis van ons toneel te ontleden en in kaart te brengen. (...) Door de lectuur van dit boek ontdek je pas waar een aantal krachtlijnen, die (helaas) tot in de 20e eeuw in ons toneel zijn blijven doorwerken, vandaan komen.' T. Brouwers in: Leesidee februari 1999
'Al archiverend en categoriserend heeft De Haas een nuttig naslagwerk tot stand gebracht. De hoofdtekst en de noten bieden veel informatie, die overzichtelijk geordend is.' Els Stronks in: BMGN 115 (2000) 2
'Voor de analyse van toneelstukken - en daar gaat het toch om bij de bestudering van litteraire theorie - is op deze manier een overvloed van materiaal aangedragen, zelfs meer dan de titelpagina belooft. (...) Het boek bevat rijk en fraai illustratiemateriaal. Kunsthistorici die belang stellen in de ontwikkeling van decors vinden hier talrijke frontispices en gravures die een goed overzicht geven van de zich ontwikkelende smaak in de achttiende eeuw, in samenhang met de poeticale opvattingen.' Ton Harmsen in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 116 (2000) 2.
Aanbevolen bij dit artikel :