De middeleeuwen in de twintigste eeuw

Meestal proberen mediëvisten overblijfselen en verschijnselen uit de Middeleeuwen in een historische context te plaatsen. In deze bundel worden de Middeleeuwen op een andere manier benaderd. De auteurs gaan op zoek naar middeleeuwse sporen in onze hedendaagse cultuur. De sporen zijn zeer uiteenlopend van aard. Binnen onze samenleving zijn verschillende instellingen aan te wijzen die hun wortels hebben in de Middeleeuwen. De universiteit is daarvan een goed voorbeeld. Ook een groot deel van onze gebruiken en zegswijzen stamt uit deze tijd. Daarnaast zijn er concrete overblijfselen, zoals gebouwen, gebruiksvoorwerpen, kunstwerken en handschriften. Men kan zich afvragen welke rol de overblijfselen nu spelen. Herkennen we ze eigenlijk wel als overblijfselen van de Middeleeuwen?    

Inhoud: F.W.N. HUGENHOLTZ, De middeleeuwen zijn aan ons overgeleverd   C.G. VAN LEEUWEN, Hoe kan het nog bestaan? Een onderzoek naar factoren die een rol gespeeld hebben bij het voortbestaan van verschijnselen uit de middeleeuwen   T.J. HOEKSTRA, Middeleeuwse sporen in, op en boven de grond   M. RYCKAERT, Brugge: echt of vals middeleeuws?   H. DE RIDDER-SYMOENS, Hoe middeleeuws is onze universiteit?   J.P. GUMBERT, De middeleeuwen en onze boeken   J.D. JANSSENS, Middeleeuwse resten in Eco's literaire fictie   W.P. GERRITSEN, Wevers aan hetzelfde web. John Fowles en Marie de France