'De artikelen in de bundel zijn alle twaalf van hoge kwaliteit. Ze paren een grote eruditie – Mol schrijft even gemakkelijk over het Zeeuwse Wemeldinge rond 1350 als het Letse Wolmar (Valmiera) in 1556 –, aan een heldere betoogtrant en een overtuigende inbedding van de details in een groter geheel. [...] De studie van Meuwissen is vooral van belang voor de geschiedenis van de balije en van de portretkunst in Nederland. Helaas heeft de auteur de serie niet beschouwd vanuit het perspectief van de Nederlandse adelsgeschiedenis van de zestiende eeuw tot heden. [...] De ridders van de Balije zullen het boek als verbeelding van hun rijke erfgoed vast enthousiast hebben begroet. Ik vond de vorm vooral onhandig (te smalle marges, te stijve band etc.), maar ik ben dan ook maar een saaie historicus.' Antheun Janse in: BMGN 128 (2013) 2, webrecensie, review 44
‘Nog mooier is het als een canon kan werken als een manier om in te stappen in een onderwerp, waarna een geïnteresseerde lezer met steeds specialistischer werken een groeiende nieuwsgierigheid bevredigt. Maar de kloof tussen de populair-wetenschapelijke overzichten en serieuze wetenschappelijk studies is daarvoor vaak te groot […] Het valt dan ook te prijzen wanneer een bundel van artikelen op zo’n tamelijk specialistisch terrein toch wordt uitgegeven. Zoals uitgeverij Verloren […] heeft gedaan met de bundel Vechten, bidden en verplegen. […] Maar wie geïntrigeerd raakt door het feit dat uitgerekend een ridderorde – de Johannieters – het grootse aandeel vrouwenkloosters in de Friese landen voor zijn rekening nam, of welk nooit uitgevoerd plan er in 1517 bestond om Friesland ten westen van de Eems helemaal onder het gezag van de Duitse Orde te brengen, moet dat beslist wel doen.’ Erik Betten in: Friesch Dagblad/Sneinspetiele 19-11-2011, p. 29
‘Middeleeuwse ridderorden blijven tot de verbeelding spreken. We denken daarbij vooral aan tempeliers en hospitaalridders in het Heilig Land, maar ook bij ons hebben ze vele sporen nagelaten. […] De auteur focust zich in deze academische studie op de Duitse Orde (nu niet langer officieel erkend als ridderorde) en de johannieters.’ www.christusrex.be, 04-01-2012
‘Ridderorden vielen tot enkele decennia bij katholieke kerkhistorici af vanwege hun deels gewijzigde voortzetting in de Reformatie. Dankzij Hans Mol, zelf geen katholieke historicus, is het onderzoek in een stroomversnelling geraakt. Het is winst dat zijn oudere publicaties zijn gecorrigeerd, voor meer mensen in het Nederlands toegankelijk […] en bereikbaar […] zijn gemaakt. Met de voorliggende bundel, goed gedocumenteerd en historisch-geografisch met uitstekende kaarten gelardeerd, heeft Mol onze kennis over het middeleeuwse kloosterlandschap zeker verrijkt.’ Guus Bary in: Trajecta 21 (2012) 1, p. 98-99
‘Le travail de J. A. Mol, très méticuleux est essentiellement basé sur les archives assez abondantes qui subsistent. Il conclut que les chevaliers ne semblent pas être amateurs de livres […]. Nous espérons que des recherches futures s’attacheront au domaine culturel qui n’est pas abordé ici.’ Chr. Van den Bergen-Pantens in: Bulletin Codicoloque (2012) 1, p. 84-85
‘Hans Mol is al jaren de autoriteit bij uitstek op het vlak van de geschiedenis van de ridderorden in Nederland en dan vooral van de Duitse orde. […] Het resultaat is een vlot lezend boek, in voldoende mate geïllustreerd. Het is geen allesomvattende studie geworden – dit vond de auteur nog te vroeg – maar de hoofdstukken zijn zo gekozen dat zij in ruime mate het onderwerp ridderorden in Nederland in zijn totaliteit dekken. […] Een overzichtelijke en zeer uitgebreide literatuurlijst, alsook lijsten van de afbeeldingen en een ruime index maken het werk van Hans Mol volledig. Dit boek is zeker een aanrader voor iemand die zich wil verdiepen in de ridderorden in Nederland.’ Michiel van der Eycken op www.contactgroepsignum.eu
Tevens gesignaleerd in: Genealogie 18 (2012) 2, p. 37; G Geschiedenis 4 (2013) 7, p. 21.