Een golf van vernieuwing rolde in de jaren zestig door de westerse samenleving, inclusief de katholieke kerken en kloosters. In het leven van kloosterlingen veranderde zo ongeveer alles: hun werk, hun leefwijze, hun uiterlijk en de omgang met elkaar en anderen. Velen traden uit, anderen ontwikkelden binnen het kloosterleven een nieuwe manier van religieus zijn. Dit boek laat zien hoe dit veranderingsproces zich voltrok bij de 'Zusters van Tilburg', zoals zij in de volksmond bekend staan. Zij vormen de grootste Nederlandse zustercongregatie met vestigingen in meer dan tien landen, verspreid over vier continenten. Op basis van archiefonderzoek en vele interviews is een geschakeerd beeld ontstaan: van vreugde over nieuwe kansen, van pijn om het verlies van tradities, van onzekerheid over de nieuwe koers, maar bovenal van de worsteling om als groep een eenheid te blijven terwijl de leden toch verschillend mogen zijn.
'(...) de historicae Annemiek van der Veen en Dolly Verhoeven [hebben] een toegankelijk boek geschreven. Overeenkomstig de bescheiden doelstelling heeft het een dito notenapparaat en bibliografie; diepgravende analyses willen de auteurs niet bieden. Het boek is aantrekkelijk door de vele illustraties. Grafieken en kaartmateriaal maken de ontwikkeling van ledental en stichtingen per land inzichtelijk.' Marit Monteiro in: BMGN 121 (2006) 3, p. 586-587
'(...) toegankelijke geschiedschrijving, deels gebaseerd op nieuw onderzoek en deels op interviews. Met name die interviews maken van En toch verschillend een modern opgezet geschiedenisboek met veel aandacht voor mooi beeldmateriaal. Het geheel is voor een breder publiek interessant. Zeker voor Brabantse geïnteresseerden, want de Zusters van Liefde hebben met hun kloosters in dorp en stad veel voor de Brabanders betekend.' Paul Spapens in: Brabants Dagblad, 25-7-2005
'Het vergt moed om juist het recente verleden onder de loep te nemen. Het gaat anno 2005 om de onvoltooid verleden tijd van dezelfde zusters, die in het boek de hoofdrolspeelsters zijn. En toch verschillend laat zien hoe de congregatie in de laatste decennia van de twintigste eeuw een omschakeling maakte van uniformiteit en gehoorzaamheid naar individualiteit en eigen verantwoordelijkheid.' In: KNR-bulletin 8 (2005) 4, p. 26-28
'Er is sprake van een gelukkig evenwicht tussen de weergave van de algemene bestuurlijke ontwikkelingen en de persoonlijke stellingnames. (...) Het valt te prijzen dat de schrijfsters, die bij hun onderzoek de vrije hand hadden, dergelijke delicate kwesties respectvol maar vrijmoedig een de orde hebben gesteld. De auteurs hebben zich uitdrukkelijk niet willen begeven in een situering van hun studie in de wetenschappelijke geschiedschrijving, maar intussen hebben ze daartoe door deze beschrijving wel een inspirerende bijdrage geleverd.' Gian Ackermans in: TNK 10 (2007)
'Toch is het werk ook voor de 'buitenstaander' zeker niet oninteressant. Er wordt een boeiend relaas gebracht van de gedaanteverwisseling van de congregatie in de afgelopen halve eeuw, die vermoedelijk geheel of gedeeltelijk model kan staan voor de ontwikkelingen in andere vrouwelijke religieuze instituten in Nederland en België.' Kristien Suenens in: Trajecta 15 (2006) 4
'Deze studie is een hommage aan alle zusters voor hun inzet, barmhartigheid, vitaliteit en vernieuwingsgezindheid.' Joop Vernooij in: OSO Tijdschrift voor Surinamistiek (2007) 1
Verder gesignaleerd in: VolZin 4 (2005) nr. 16, p. 35; rkkerk.nl 4 (2006) 9, p. 13-14; De Roerom 20 (2006) 10, p. 20.