Dit boek schetst een levendig beeld van het wel en wee van de Oranjes, van prins Willem V tot en met koningin Juliana. Een van de centrale thema’s is de financiële verhouding tussen de Staat en de Koning: de financiering van het apparaat van de monarchie. Ook komt het functioneren van de Thesaurie binnen de hofhouding aan de orde. Tal van voorbeelden geven inzicht in de vorstelijke uitgaven ter leniging van de armoede in de negentiende eeuw, maar ook ten gunste van de cultuur. In aparte hoofdstukken worden de nalatenschap van koning Willem II (1849-1881) en het Duitse bewind over het vermogen van de Oranjes in de Tweede Wereldoorlog behandeld. Het boek eindigt met de financiële veranderingen na 1945, in het bijzonder de totstandkoming van de Wet Financieel Statuut van 1972. Deze wet ligt ten grondslag aan de huidige financiële verhouding tussen de Staat en de Koning.
'Met historisch penningsmeestersproza komt de gemiddelde lezer niet vaak in aanraking, en wat de financiën van de Oranjes betreft: we hebben al zo vaak verzucht dat daar eindelijk eens een vakkundig boek over zou moeten verschijnen. Dat is er nu dus: Geschiedenis van de Thesaurie van Bernard Woelderink, oud-directeur van het Koninklijk Huis Archief. [...] Tekenend is het hoofdstuk over deze schilderachtige periode: "De thesaurie in zwaar weer onder Koning Willem II". We hebben te maken met een gulle vorst, "al werd er natuurlijk ook misbruik gemaakt door personen, wier idealisme slechts diende als dekmantel voor eigen baat, om het maar eens eufemistisch aan te duiden". Dit type eufemismen geven ook op andere plaatsen een aardige lading aan Woelderinks proza. Eigenbaat-idealisme en "gulheid" is leuk in dit verband. Het seksuele leven van Willem II was immers zo veelkantig en impulsief van organisatie, dat hij regelmatig gechanteerd werd. [...] Mede dankzij de ingehouden understatements van Oranje-archivaris Woelderink is Geschiedenis van de Thesaurie een boeiend boek, met een verbijsterend uitgebreid en informatief register.' Atte Jongstra in: NRC/Boeken 11-02-11, p. 6
'Aardige geschiedenis van de schatkistbewaarders van het Koninklijk Huis. [...] Bernard Woelderink beschrijft onder meer de veranderingen in de organisatie van de hofhouding - een onderwerp waarvoor niet al te vaak aandacht is. Boek voor de echte liefhebbers van het Oranjehuis.' In: Trouw/Boeken 29-1-2011
'Beknopte biografieën van thesauriers, kaderteksten en bijzondere illustraties verluchten en verlevendigen deze verzorgde uitgave.' Op: www.arnoudvancruyningen.nl 10-03-2011; 'De oud-directeur van het Koninklijk Huisarchief [...] heeft een mooi boek geschreven [...], waarbij rijkelijk geput wordt uit het bijzondere bronnenmateriaal dat in het Huisarchief bewaard wordt. [...] Woelderink heeft de gelukkige gedachte gehad om aan de thesauries in de periode 1775-1975 beknopte, in de hoofdstukken verweven, biografieën te wijden. Het gehele boek is verder uitstekend en smaakvol geïllustreerd. [...] Er staat in 225 pagina's tekst heel veel wetenswaardigs, soms misschien wat te "technisch", maar nooit te uitvoerig.' D. Cannegieter in: Die Haghe 121 (2011) 3, p. 3-4
‘Een nuttig boek omdat het in een leemte voorzie, maar het is vooral een stug boek dat niet lekker leest. Discussies worden veelal uit de weg gegaan (zoals de niet nader uitgewerkte rol van baron van Lynden) en soms zijn er wel erg cryptische zinnen (zoals over de Hofmansaffaire).’ J. van Bree in: NBD Biblion 04-11-2011
‘Het vermogen van de Oranjes, of beter gezegd van het Huis Oranje-Nassau, is vaak onderwerp van speculatie. […] Een bijzondere positie in het vermogensbeheer van de Oranjes neemt koning Willem I in, die met talloze investeringen heeft getracht te vaderlandse economie te moderniseren. Naar mijn mening besteed Woelderink te weinig aandacht aan de (risicovolle) beleggingspolitiek van de koning-koopman, die hem desondanks geen windeieren heeft gelegd. […] Met zijn nuchtere feitenrelaas heeft Woelderink stellig de wind uit de zeilen genomen van de dilettanten die zonder veel kennis van zaken uitspraken doen over de rijkdom van de Oranjes.’ Tom Pfeil in: BMGN 127 (2012) 2, review 22
‘Hoe groot het vermogen nu is, vertelt ook dit boek – terecht – niet, maar tussen de regels door is er wel interessante informatie over te vinden. […] Het resultaat is een toegankelijk geschreven en rijkgeïllustreerd boek dat een kijkje geeft in het vermogensbeheer voor de koningen Willem I, II en III en hun vrouwelijke opvolgers.’ Wim Hulsman in: Reformatorisch Dagblad 05-03-2011, p. 17
Tevens gesignaleerd in: Genealogie 17 (2011) 4, p. 165.