Op het achttiende-eeuwse toneel verschenen regelmatig personages die zich het leven benamen, zoals de vaderlandslievende Cato en de liederlijke vorst Sardanapalus. Behalve vaderlands- en vrijheidsliefde of gefrustreerde machtswellust kon ook een gefnuikte liefde tot zelfmoord of zelfs dubbele zelfmoord leiden. Fameuze voorbeelden hiervan zijn Dido, Phaedra en Piramus en Thisbe. In Theatrale zelfmoord onderzoekt Anna de Haas de karakters en beweegredenen van dergelijke zelfmoordenaars en de context waarin deze hun – bij wet strafbare – daad konden volvoeren. Ook de kritiek op de toneelzelfmoord, in de vorm van beargumenteerde afwijzing of persiflage, krijgt een plaats, evenals de nieuwe soorten zelfmoordenaars die tegen het eind van de eeuw in toneelstukken werden opgevoerd. Ten slotte wordt de vraag gesteld of de zelfmoord ook daadwerkelijk op het toneel werd vertoond en, zo ja, hoe. Theatrale zelfmoord is de eerste Nederlandse studie over dit onderwerp.
'In haar boek Theatrale zelfmoord richt Anna de Haas zich op laat zeventiende-eeuwse Nederlandse toneelstukken waarin personages zich van het leven benemen. Ze concentreert zich enerzijds op de zogenaamde "sympathieke zelfmoorden", zoals de altruïstische zelfmoord, zelfmoord om de eer te redden, zelfmoord uit wroeging of boetedoening, en liefdeszelfmoord. Anderszijds bespreekt ze de moreel slechte (de antipathieke) zelfmoordenaar van wie ze aantoont dat deze onmisbaar bleek te zijn op het toneel om normen en waarden voorop te kunnen stellen en soms te veranderen, maar ook omwille van een spectaculaire theatraliteit en spannende dramatiek. Zo biedt De Haas een essentiële aanvulling op het bestaande onderzoek over zelfdoding op het theater, zeker in Nederlands verband, maar ook in breder Europees verband.' Bram van Oostveldt in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 38 (2015) 1, p. 93-94
'Gedegen en rijk geïllustreerde studie.' Lieke Stelling in: TNTL 131 (2015) verschenen op: ww.tntl.nl/boekbeoordelingen
'Anna de Haas besteedt in haar fascinerende onderzoek veel aandacht aan de veelal religieus geïnspireerde kritiek op de (toneel)zelfmoord. Daarbij onderscheidt zij verschillende categorieën van zelfmoordenaars: zoals egoïstische en altruïstische, verwijzend naar zelfmoorden begaan door de gemeenschap (veelal het vaderland) of vanwege persoonlijke motieven (veelal liefde of lust). De studie is het resultaat van belangrijk en uitputtend speurwerk naar relevante toneelteksten en De Haas slaagt erin om zowel de morele en esthetische problematiek, de heroïek als de dramaturgie van de achttiende-eeuwse toneelzelfmoord op overtuigende wijze te belichten. De studie is ook een van de eerste boeken die het fenomeen van zelfmoordenaars op het toneel systematisch en uitputtend voor een duidelijk afgebakende periode en taalgebied onderzoekt. Hoewel het boek alleen zijdelings aan toneeltradities in andere taalgebieden aandacht schenkt, is het daarom ook vanuit internationaal perspectief een belangwekkende studie.' Kornee van der Haven in: Internationale Neerlandistiek 53 (2015) 2, p. 177-180
'De Haas koppelt op vruchtbare wijze de schaarse gegevens over de opvoeringpraktijk aan de meer theoretische verhandelingen en de diverse gravures die van scènes met zelfmoorden, en maakt zo een reconstructie van hoe divers de mogelijkheden waren om zelfmoorden op de planken te verbeelden. Al met al is Theatrale zelfmoord een uitdagende studie die met zichtbaar plezier door de auteur is opgetekend. Het ogenschijnlijk enge onderwerp biedt voortdurend een inkijkje in de volle breedte van het achttiende-eeuwse toneel en maakt zijn ontwikkelingsgang op een toegankelijke manier inzichtelijk. Met deze studie levert De Haas opnieuw een betekenisvolle bijdrage aan de herwaardering van het Nederlands toneel in de lange achttiende eeuw.' Lieke van Deinsen in: Spiegel der Letteren (2015) 1, p. 90-92
Verder gesignaleerd in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 37 (2014) 1, p. 92.