'De dikwijls lange epistolaire betogen van De Vries vormen voor de huidige lezer allesbehalve gemakkelijke lectuur, onder meer vanwege het idiolectische taalgebruik, de eigenzinnigheid van zijn poëticale principes en de enorme concentratie aan citaten en verwijzingen naar teksten, personen, personages, titels en gebeurtenissen. Men kan uitgeverij Verloren dan ook erkentelijk zijn voor de publicatie van deze correspondenties, die voor een select publiek toegankelijk zijn gemaakt door een extensieve bezorging met een informatieve literair-historische inleiding en een grondige biografische en bibliografische annotatie, van De Vries’ biograaf Jan van der Vegt voor de briefwisselingen met Van Wessem en Slauerhoff en van Sjoerd van Faassen voor de brieven aan Marsman, Houwink en Lehning.' Hans Anten in: Spiegel der Letteren 59 (2017) 4, p. 572-575
'Niet veel Nederlanders zullen Arthur Lehning, Roel Houwink en Hendrik de Vries nog kennen; Hendrik Marsman was wellicht de bekendste van de vier auteurs van wie brieven in deze bundel zijn opgenomen. Het zijn dan ook dichters van bijna honderd jaar geleden. Indertijd waren ze bekend en voerden ze uitgebreid strijd in tijdschriften als Het Getij, De Gemeenschap en de Vrije Bladen. Deze bundel bevat een inleiding en brieven van met name Hendrik de Vries (1896-1989) aan de andere drie genoemde auteurs. Het schrijverschap en de gedichten zijn het meest onderwerp van discussie. De bundel geeft inzicht in de discussie uit die tijd, maar is slechts voor een beperkt publiek interessant. Wel zijn de brieven voorzien van een inleiding en verklarende aantekeningen.' Dr. E.A. van Kemenade via: NBD Biblion, juni 2017.