Anders dan de meeste actieve zustercongregaties in Nederland zijn de Franciscanessen van Oirschot contemplatief in oorsprong, wezen en oriëntatie. Die contemplatieve traditie hebben zij altijd bewaard, ook toen zij zich na 1840 toe gingen leggen op onderwijs en bejaardenzorg. Kenmerkend voor deze gemeenschap is dat zij vrouwen heeft aangetrokken met een duidelijke hang naar het actieve apostolaat en vrouwen die juist naar een slotklooster wilden. Ieder van hen heeft de spanning tussen actie en en contemplatie, ingebakken in de traditie en de geschiedenis van de congregatie, op eigen wijze beleefd. Die verschillen in beleving en de invloed daarvan op de kloostergemeenschap worden in deze studie onderzocht. Vroomheid in veelvoud beschrijft de ontwikkeling van de congregatie in Nederland en Brazilië, waar de Franciscanessen van Oirschot in 1926 een communiteit stichtten. In haar boek laat Marit Monteiro zien waar ontwikkelingen op spiritueel, institutioneel-bestuurlijk en organisatorisch niveau in elkaar grepen, elkaar versterkten of juist niet meer parallel liepen. Hierdoor wordt de groeiende complexiteit van het kloosterleven in de veranderende kerk en samenleving van na de Tweede Wereldoorlog scherp zichtbaar.
'Marit Monteiro schetst in het kort de voorgeschiedenis vanaf de stichting in 1623 door Moeder Johanna van Jezus, maar haar verhaal wordt uitermate boeiend als zij in hoofdstuk 5 beschrijft, hoe een kritische onderstroom de kloosterlijke rust gaat verstoren. "Rebelse zusters en eigengereide novicen" passeren de revue. De eerste barsten in de eenheid "liepen uit op professionele koersveranderingen". Haar verteltrant wordt nog levendiger door het telkens inlassen van flarden gesprek en fragmenten uit brieven, waarin zusters hun hart luchten over bepaalde regels en gebruiken of soms ook, bij hen die uittraden, over hun kijk op het kloosterleven achteraf. (...) Marit Monteiro schreef een meeslepend verhaal over een indrukwekkende groep vrouwen die met opoffering en voorbijzien aan zichzelf eeuwenlang werkten aan de opvoeding van de jeugd en de verzorging van de behoeftige mens. Veel ging er fout, idealen groeiden scheef, maar "ze gaven gestalte aan een vroomheid die de Franciscanessen van Oirschot typeert: godvruchtigheid, onverschrokkenheid en deugdzaamheid." ' Louis Nabbe in: De Roerom 15 (2000) 3, p. 15
'Monteiro en het merendeel van haar lezers blijven van buitenaf naar de zusters kijken. Door de interviews krijgen ze echter wel een zeer indringend beeld voorgeschoteld van wat het betekende om Franciscanes van Oirschot te zijn. Mede hierdoor is Vroomheid in Veelvoud een voorbeeldige studie die een breed lezerspubliek verdient.' Mathilde van Dijk in: Tijdschrift voor Genderstudies 4 (2000) 3, p. 60-61
'De auteur kon voor dit uitvoerig geschiedenisboek rekenen op de grote openheid van het congregatie-archief. De vele getuigenissen van zusters maken het een geschiedenis van het "leven" en niet van de feiten. Het werk verheldert meteen ook het beeld van het kloosterleven in bijna twee eeuwen. Een index met namen en plaatsen zou in dit werk wel op zijn plaats zijn.' Mark de Caluwe in: Tijdschrift voor Geestelijk Leven 56 (2000) 6, p. 644
Verder gesignaleerd in: Historica (juni 2000), p. 30; Genealogie 6 (2000), p. 118-119; De Roerom 20 (2006) 9, p. 18; Dutch Review of Church History 81 (2001) 2, p. 244-245; Cd-rom Leesidee 2000-2005; Historisch Nieuwsblad 27-05-2000; NBD Biblion 5-06-2000; De Bazuin 14-04-2000; KNR Besturen Bulletin 3 (2000) 1, p. 19-22; Eindhovens Dagblad 23-03-2000; Katholiek Nieuwsblad 28-04-2000.