'De grote bijdrage van Dehing's proefschrift schuilt er [...] voornamelijk in dat het grote hoeveelheden nieuwe data beschikbaar maakt met betrekking tot het functioneren en gebruik van de Wisselbank. De bijna honderd pagina's aan appendices zijn daarvan het resultaat. Vooral hierdoor zal Geld in Amsterdam nog lang een belangrijk referentiepunt blijven.' Christiaan van Bochove in: De Zeventiende Eeuw 30 (2014) 1, p. 110-112
'In Geld in Amsterdam geeft Pit Dehing een inkijkje in de financiële keuken van één van Amsterdams belangrijkste instellingen van de Gouden Eeuw: de Wisselbank [...]. Als er één ding duidelijk wordt uit Dehings boek, is het wel dat de vroegmoderne financiële wereld aan complexiteit weinig onderdeed voor die van vandaag, waardoor zowel toen als nu markt en overheidsinstellingen in voortdurende wisselwerking hun eigen doelen nastreven. Zodoende slaagt hij in zijn streven de complexiteit van de wisselbank te laten zien. In hoeverre Dehing ook geslaagd is in zijn opzet de rol van de Wisselbank te verduidelijken moet de lezer zelf beoordelen.' Alberto Feenstra in: Holland Historisch Tijdschrift, verschenen op: www.tijdschriftholland.nl 09-11-2013; 'Het boek telt naast inleiding en conclusie acht hoofdstukken, plus bijlagen met allerlei cijferreeksen over bijvoorbeeld in- en uitstroom en omloopsnelheid van het bankgeld en een uitgebreide, keurige verantwoording van bronnen en berekeningen.' Joost Jonker in: BMGN 129 (2014) 2, review 33
'Bij de Wisselbank kon men vreemde valuta inwisselen tegen een vastgestelde koers, waarna de bank de reële tegenwaarde in guldens op een bankrekening zette. Met deze rekening kon de eigenaar giraal betalingen doen of ontvangen, en contant geld opnemen. Zo werd de liquiditeit van kooplieden versterkt en konden zij altijd beschikken over hoogwaardige valuta. De monetaire zekerheid die dit bood vormde, zo toont Dehing aan, wel degelijk een van de oorzaken van het economische succes van de Republiek. Ook de suggestie dat het allemaal niet zo bijzonder was, omdat er vijfentwintig jaar eerder in Venetië al een wisselbank was opgericht, weet hij overtuigend van tafel te vegen.' Rob Hartmans in: Historisch Nieuwsblad (2013) 1, p. 23
'Het onderzoek houdt het midden tussen monetaire economie en economische geschiedenis. Onderzoeksvragen en analytisch kader zijn aan de eerste discipline ontleend. De historie levert de verbrokkelde empirie. Op basis van steekproeven uit het bronnenmateriaal, zoals uit de 550 strekkende meter van het Wisselbankarchief, zijn datasets samengesteld. [...] De Wisselbank had al een strikte scheiding aangebracht tussen betalingsverkeer en de meer risicovolle zakenactiviteiten. Feitelijk was de wisselbank erg modern in haar toezicht, althans modern in die zin dat dit precies de structuur is die de enquetecommissie en de overheid in 2012 aan het bankwezen wilden opleggen. Feitelijk waren met de Wisselbank enkele structurele risico's uit het financiële systeem weggewerkt.' In: ESB 98 (4651) 11 januari 2013, p. 29
'Bent u door dit proefschrift nog meer geïnteresseerd geraakt in geld, dan kunt u via het goed opgebouwd zakenregister snel doordringen tot de andere vormen van geld, zoals chartaal geld, contant geld, fiduciair geld én stabiel geld. [...] voor verzamelaars van de munten uit de tijd van de Republiek zeker een aanrader en een heel mooie aanvulling op de reeds bestaande literatuur.' Albert A.J. Scheffers in: De Beeldenaar 37 (2013) 5, p. 234-235
'Dehing schetst een wondere werreld van marktliquiditeit, kapitaalmobiliteit, intermediaire variabelen, recepsis, agio, cashratio en discontorente die voor de niet economisch onderlegde lezer vrij taai is. [...] Geld in Amsterdam bevat [echter] ook liedjes, gedichten en een spannend verhaal over de langdurige financiële zwendel van de boekhouder Rutgert Vlieck.' Djoeke van Netten in: Geschiedenis Magazine 48 (2013) 4, p. 56
'Dehing laat zien dat de Wisselbank in de periode 1650-1725 belangrijk heeft bijgedragen aan de economische groei. Deze conclusie is het resultaat van een gedegen kwantitatief economisch onderzoek. [...] Overigens brengt de opzet van het boek mee, dat de geïnteresserde in het openbaar bestuur in de verhandelingen van Dehing, die vooral economisch-technisch van aard zijn, naar verhouding weinig over bestuurlijke verhoudingen leest.' Drs. Jan Postma in: Openbaar Bestuur (mei 2013) 5, p. 32
Verder gesignaleerd in: Relatiemagazine CBS (winter 2012), p. 49-51.