Hoe Eric Matser de muziek van Gerard von Brucken Fock van de vuilnisbak redde
Hoe Eric Matser de muziek van Gerard von Brucken Fock van de vuilnisbak redde

Hoe Eric Matser de muziek van Gerard von Brucken Fock van de vuilnisbak redde

Lang deed de naam Gerard von Brucken Fock (1859-1935) nauwelijks een belletje rinkelen in de muziekwereld. Toch was hij een uitzonderlijk veelzijdige kunstenaar: componist, pianist en schilder. Edvard Grieg noemde hem ‘de Hollandse Chopin’, maar na zijn dood raakte zijn muziek in vergetelheid. Totdat Eric Matser – ondernemer, cellist en onderzoeker – op een dag een schilderij van hem tegenkwam op een veiling in Diemen. Wat begon als een toevallige vondst, groeide uit tot een levenswerk: het herontdekken van Von Brucken Focks muziek, schilderkunst en leven.

Van zeegezicht tot levenswerk

“Het begon allemaal met een schilderij,” vertelt Eric Matser. “Een zeegezicht dat ik van hem zag op een veiling, een geweldig werk vond ik. Ik heb dat gekocht en er stond ‘VBF’ op het schilderij. De veilingmeester wist mij te vertellen dat dat ‘Gerard von Brucken Fock’ was. En ik wist weer dat dat een vergeten componist was. Een schilderij, zeegezicht, van een Zeeuw, en die was nog componist ook! Een unicum.”

Matser raakte steeds meer geïnteresseerd in Von Brucken Fock, als persoon en als componist ook vooral. Die nieuwsgierigheid leidde tot een zoektocht die vijftien jaar zou duren. Matser dook archieven in, vond stapels manuscripten, autografen, onbekende foto’s en brieven, en schreef uiteindelijk twee boeken over de man die ooit door Edvard Grieg schertsend ‘de Hollandse Chopin’ werd genoemd.

De man achter de aristocratische naam

Gerard von Brucken Fock, geboren als Gerard Fock, was allesbehalve de aristocraat die zijn naam deed vermoeden. De toevoeging “Von Brucken” was het verzinsel van zijn oudste broer, die zich graag wat deftiger voordeed..

Von Brucken Fock leefde tussen twijfel, muziek en geloof. Zijn leven is een weerspiegeling van een diepe innerlijke strijd: tussen ambitie en nederigheid, tussen kunst en religie. Ondanks zijn talent bleef de erkenning uit.

“Het is een leven dat steeds meer toegespitst raakt op teleurstelling,” zegt Matser. “Hij kende zijn eigen waarde, maar het publiek zag het niet. Aan het eind van zijn leven vreesde hij dat zijn werk bij de vuilnisman zou belanden. En toen ik dat las dacht ik: ja, maar ik heb de kwaliteit gezien beste Gerard, dus maak je geen zorgen. Ik ga er wel voor zorgen dat het niet bij de vuilnisman terechtkomt.”

Matsers favoriete werk van Gerard von Brucken Fock
“Het is ‘killing your darlings’, maar als ik moet kiezen dan wordt het de cello-sonate. Het is een uniek stuk in de hele 19e-eeuwse muziek. Er zijn maar een paar andere Nederlandse cello-sonates uit die tijd. Het is van zulke hoge kwaliteit, dat ik meteen wist: dit moet uitgegeven worden. Het werk is inmiddels op cd verschenen, uitgevoerd door Larissa Groeneveld en Frank van de Laar, zodat het eindelijk gehoord kan worden.”

Naast deze sonate noemt Matser Von Brucken Focks Derde symfonie (1919): “Het eerste deel is spectaculair – een expressie en kracht die je zelden hoort in Nederlandse muziek uit die tijd. Er is nog geen orkest dat het speelt, daarom heb ik een computeranimatie laten maken. In 2025 is dat werk dus voor het eerst te horen, meer dan een eeuw na de première in 1919..”

De vondst van de cello-sonate

De echte vonk sloeg over toen Matser in de bibliotheek een zeldzaam exemplaar van Von Brucken Focks Levensherinneringen vond. “Het boek moest uit het magazijn komen. Het was al twintig jaar niet meer uitgeleend,” vertelt hij. “En daar las ik een zinnetje: ‘Ik maakte in Middelburg mijn cello-sonate af. Ze is nog manuscript.’”

Dat ene zinnetje leidde tot een ontdekking van formaat. In Nederland zijn er nauwelijks cello-sonates uit de 19e eeuw. Matser vond het manuscript in het Nederlands Muziekinstituut in Den Haag, kopieerde het, speelde het – en wist meteen: dit moet uitgegeven worden.

Tien jaar onderzoek naar een vergeten oeuvre

Wat volgde, was een onderzoek dat vijftien jaar zou duren. Matser verdiepte zich niet alleen in Von Brucken Focks muziek, maar ook in diens leven. Zijn speurwerk leidde hem naar archieven in onder andere Parijs, Middelburg en Den Haag – en leverde een reeks toevallige, haast magische momenten op.

Zo vond hij in een Parijse bibliotheek een foto van een schildersacademie waar Von Brucken Fock lessen volgde. “Ik kreeg een stapeltje foto’s van het interieur, bladerde erdoor en daar stond hij – mijn held, in colbert, aan het werk! Dat was een vondst die ik nooit vergeet.”

Ook in Zeeland stuitte Matser op verrassingen. “Ik bladerde in een boek over Goes, het viel open – en daar zat hij, in zomerpakje voor zijn componeerhuis in Eversdijk. Een mij totaal onbekende foto! Dan geloof je bijna dat het zo moest zijn.”

Foto van Gerard von Brucken Fock in colbert, aan het werk tijdens de cursus modeltekenen en -schilderen in Parijs.
Gerard von Brucken Fock (op de voorgrond, in colbert) aan het werk tijdens de cursus modeltekenen en -schilderen in Parijs.

De Hollandse Chopin

Von Brucken Fock werd door niemand minder dan de Noorse componist en pianist Edvard Grieg ooit 'de Hollandse Chopin’ genoemd. Die bijnaam kreeg hij na publicatie van zijn 24 Praeludiën opus 15. "Over dat werk zegt hij zelf, in een interview dat ik heb gevonden met hem toen hij 70 werd: 'Dat is mijn meest representatieve werk'".

Zijn oeuvre is omvangrijker dan velen vermoeden: onder andere drie symfonieën, talloze liederen, pianomuziek, symfonische gedichten en suites. “Hij is een van de grootste (naar kwantiteit) liederencomponisten die Nederland ooit heeft gehad,” aldus Matser. “Zijn late werk, de 152 Preludes geschreven tussen 1924 en 1931, is bijzonder karakteristiek. Hij noemde het zelf dieper en beter dan de 24 Praeludiën opus 15.”

In dienst van het geloof

Naast componist en schilder was Von Brucken Fock ook een man van het geloof – tot op het radicale af.

“In de biografie is er één fase die me bijzonder heeft geïnteresseerd en waar ik ook erg om heb gelachen. In 1892 sloot Gerard zich aan bij L’Armée du Salut, de Franse tak van het Leger des Heils, geleid door de dochter van William Booth, de grondvester van The Salvation Army in Engeland. Gerard was net bekeerd in 1891. Hij had Jezus gezien, ontmoet, en was op zijn knieën gegaan om hem te volgen.”

Die periode duurde drieënhalf jaar. “Hij was in vuur en vlam, maar ook kritisch,” vertelt Matser. “Zijn brieven uit die tijd zijn uniek. Ze geven een blik van binnenuit in die organisatie en zijn echt om te smullen.”

Zijn brieven uit de Leger des Heils-tijd zijn om te smullen. Ze geven een zeldzaam kijkje achter de schermen, vol vuur, maar ook kritisch.”

Twee boeken (of toch drie?)

In 2021 publiceerde Eric Matser zijn biografie De Hollandse Chopin, waarin hij Von Brucken Focks leven en werk samenbracht. Vier jaar later volgde Hoe lang nog?, de volledige en integrale uitgave van de Levensherinneringen, aangevuld met brieven en documenten die het beeld van deze bijzondere man completeren.

“Twee boeken dus in 15 jaar, het begint een beetje een levenswerk te worden. En ja, ik denk dat er nog wel een boek aan zit te komen, maar het is ook een vermoeiend proces. Dus ik moet even op adem komen, maar ik ben er nog niet klaar mee.”

Meer weten over Gerard von Brucken Fock?

Lees De Hollandse Chopin, de biografie van deze bijzondere kunstenaar, of Hoe lang nog? voor zijn complete levensherinneringen. Beide boeken brengen een vergeten hoofdstuk van de Nederlandse muziek- en kunstgeschiedenis opnieuw tot leven. Bekijk hieronder het volledige interview met Eric Matser.