Van fietstocht tot levenswerk
Van fietstocht tot levenswerk

Van fietstocht tot levenswerk

Op reis met P.C. Hooft

In 1978 stapte Ine Legerstee op de fiets met een fotokopie van P.C. Hoofts 'Reis-Heuchenis' in haar stuurtas. Haar doel: de route van Hoofts Grand Tour door Frankrijk en Italië volgen en onderweg sporen zoeken van zijn verblijf. Wat begon als een idee voor een geïllustreerd feuilleton groeide uit tot een langdurige historische speurtocht.

De kiem voor het project werd gelegd tijdens colleges Italiaanse taal aan de Universiteit van Nijmegen. Dr. Franco Musarra, die had meegewerkt aan de uitgave van de Briefwisseling van P.C. Hooft door dr. H.W. van Tricht (1976), vertelde over de uitzonderlijke kwaliteit van Hoofts Italiaans, zelfs 25 jaar na zijn Grand Tour.

Musarra sprak ook over Hoofts educatiereis en zijn reisgenoot Jacques Badovere, een enigszins omstreden figuur die in de Reis-Heuchenis met name wordt genoemd.

"Mijn belangstelling was gewekt. Gedurende het studiejaar groeide het plan om de route van het reisdagboekje na te fietsen en sporen van Hoofts verblijf te zoeken in de verschillende halteplaatsen."

Toen ik op 11 juni 1978 de straat uitfietste, kon ik niet vermoeden dat het thema mij nog decennialang zou bezighouden en dat ik er uiteindelijk een boek over zou publiceren.

De uitdaging van archiefonderzoek

Tijdens de fietstocht bezocht Ine verschillende archieven. "Onderweg ontbrak het me vaak aan tijd voor diepgaander onderzoek, of de archieven waren te omvangrijk of te ingewikkeld voor een beginneling zonder specifieke scholing." 

Toch leverden sommige bezoeken waardevolle informatie op: gegevens over het handelskantoor van een oom van Hooft in La Rochelle en over Isabelle, Hoofts vermeende liefde in Venetië. Het onderzoek kwam pas jaren later weer op gang, toen Ine zich in Venetië vestigde.

Vondsten in Venetië

In Venetië bracht de ontdekking van de naam 'Isabella' op de grafsteen van haar broer, de Vlaming Nicolaas Peeters, Ine op nieuwe sporen.

De publicatie van Wilfrid Brulez uit 1965, Marchands Flamands à Venise, maakte de speurtocht naar Hoofts entourage aanzienlijk gemakkelijker. Er zijn daarin namelijk honderden notariële aktes samengevat uit het Staatsarchief van Venetië over Vlaamse kooplieden die rond 1600 in de stad woonden, werkten of op doorreis waren. Behalve notariële aktes zag ze in het Venetiaanse Staatsarchief ook andere stukken in, zoals de Redecime (een soort tiende penning) en de registraties van de Provveditori alla Sanità (toezichthouders op de openbare gezondheid).

De speurtocht naar Isabelle en Hoofts gastheer Francesco Vrients bracht haar ook naar het archief van het Patriarchaat van Venetië, waar doop-, trouw- en dodenboeken worden bewaard. Daarnaast bood de Status Animarum, vergelijkbaar met een volkstelling, inzicht in de samenstelling van huishoudens en de plaats waar zij in de parochie woonden.

"Zo heb ik kunnen achterhalen waar het huis van Vrients stond, waar Hooft in totaal ongeveer acht maanden heeft gelogeerd, en waar hij was toen Vrients’ schoonzoon en compagnon overleed."

De identiteit van Isabelle bleef echter onduidelijk waardoor Ine uiteindelijk twee mogelijke kandidaten voorstelt.

Foto van het woonhuis van Francesco Vrients, waar Hooft te gast was
Het witte gebouw links is waar Francesco Vrients gewoond heeft en waar Hooft te gast was

Hooft en Venetië

Wanneer gekeken wordt naar het aantal maanden dat hij in een stad doorbracht, moet Hooft een even sterke band met Florence gehad hebben als met Venetië.

Ine: "In 1600 schrijft hij in zijn Rijmbrief aan de rederijkerskamer van Amsterdam dat 'Fiorenza' hem daar, 'om haar sierlijkheid van taal' deed blijven. Hij was er getuige van de feestelijkheden rond het huwelijk bij volmacht van Maria de' Medici met de Franse koning Hendrik IV."

In Venetië heeft Hooft zich waarschijnlijk meer thuis gevoeld. "Vrients was een oude zakenrelatie van zijn vader, burgemeester Cornelis Pieterszoon Hooft. Hij zette er zijn studie van het Italiaans voort, bleef boeken lezen en werd er verliefd op Isabelle. Zij inspireerde hem tot het gedicht Chanson à Madame. De brief die Isabelle hem in het Heilige Jaar 1600 in Rome stuurde, kwam uit Venetië. Die brief heeft hij zijn leven lang bewaard; het is de eerste brief in zijn Briefwisseling." 

Onderzoek en gidswerk

Ine werkt als gids in Venetië. Het gidsen heeft weinig directe relatie met het Hooft-onderzoek, maar er is wel sprake van een wisselwerking. Het onderzoek naar Hooft heeft haar kennis over het Venetië van voor en na 1600 verdiept. De algemene historische kennis over de Republiek Venetië, die ze als gids heeft, is nuttig gebleken voor het onderzoek.  

Soms duikt Hooft toch op tijdens het gidsen, bijvoorbeeld als de wandeling door het doolhof van steegjes gaat waar vroeger de prostitutie was geconcentreerd. “Dan gebruik ik weleens de term die de jonge dichter in zijn Reis-Heuchenis gebruikte: ‘hoererije’. Of bij een rondleiding door het Dogepaleis vertel ik soms dat Hooft volgens zijn reisdagboek de wapenverzameling bezocht heeft, die toen al een museale functie had.

Onlangs nog, tijdens een van de zeldzame keren dat ik uitleg gaf vanuit een gondel, voeren we toevallig langs het huis van Vrients. Daar lag ooit een gondel voor de wateringang, waarmee de koopman zich geruisloos naar zijn magazijnen, laad- en losplaatsen of naar de notaris bij de markt van Rialto kon laten roeien. Onwillekeurig moest ik denken aan een strofe uit de oorspronkelijke versie van Chanson à Madame:

Ver uit de straten eng en woelige kanalen,
Als ’s nachts slaperige wind de zee zacht overweyt,
Ik op de stille vloed mijn klachten zal verhalen,
Die niet en antwoord dan ’t geen men zelve seyt."

Verder lezen
Wie zich verder wil verdiepen in P.C. Hoofts Grand Tour vindt in Tussen de regels van de Reis-Heuchenis. De Grand Tour van P.C. Hooft (1598-1601) een gedetailleerde reconstructie van zijn reis. Ine Legerstee beschrijft niet alleen de route en het reisgezelschap, maar ook de historische context en haar zoektocht naar de identiteit van Isabelle. Het boek biedt daarmee zowel inzicht in Hoofts persoonlijke ervaringen als in het culturele en politieke Europa rond 1600.
Cover boek 'Tussen de regels van de Reis-Heuchenis'