Buitenplaatsen bepaalden vroeger in sterke mate het landschap van Walcheren. Wat bewoog stedelingen in de zeventiende en achttiende eeuw om een deel van het jaar buiten de stad te gaan wonen? Een belangrijke reden was vermaak, maar welke rol speelde het economische aspect? En hoe toonden eigenaren van buitenplaatsen hun aanzien, macht en smaak? Martin van den Broeke laat zien dat al deze factoren in wisselende mate een rol speelden in het buitenleven en hoe dit door de eeuwen heen veranderde. Van den Broeke onderscheidt drie zones rond de steden waar verschillende typen buitenhuizen voorkomen. Nooit eerder zijn buitenplaatsen zo uitgebreid in hun landschappelijke en sociale omgeving beschreven. Dit boek geeft een rijk geschakeerd beeld van twee eeuwen buitenplaatscultuur in het 'Het pryeel van Zeeland', waarvan we de sporen nog zien in het landschap, in de archieven en op talrijke fraaie illustraties.
Met dit boek heeft Martin van den Broeke de Cultuurfondsprijs van de Historische Kring Walcheren gewonnen en de Ithakaprijs 2016 gewonnen. De Ithakaprijs is bedoeld ter stimulering van interdisciplinair (wetenschappelijk) onderzoek over Nederlandse kastelen, historische buitenplaatsen en landgoederen. Ook was zijn boek genomineerd voor de Zeeuwse Boekenprijs 2016. Dit is de enigszins verbeterde, tweede druk (als paperback).
'Van den Broeke provides what is basically an economic explanation for the cultural phenomenon of country life in early modern Walcheren: that is, the changing relationship between town and countryside. The economic rise of Middelburg and Vlissingen resulted in the emergence of a wealthy citizenry that invested in rural stately houses, manors, and pleasure gardens out of economic considerations and for leisure purposes. [...] At times, the rather rigorous distinction in phases obscures the long-term developments and the otherwise nuanced descriptions of the divergent experiences of country life. Above all, however, this book is a welcome and valuable contribution to the historiography of early modern Zeeland and of elite culture in the Dutch Republic.' Arie van Steensel in: Renaissance Quarterly 71 (2018) 1, p. 310-311
'Van den Broeke heeft eerder gepubliceerd over tekenaar Jan Arends (1738-1805) en diens onvoltooide project Het Arkadische Walcheren. Hij heeft de bewaarde tekeningen terecht gebruikt. Het boek is historisch indrukwekkend en prachtig uitgegeven, maar behoeft ook enkele kanttekeningen. De lezer die geïnteresseerd is in een individuele buitenplaats kan de geschiedenis daarvan wel volgen dankzij een speciale index op de buitenplaatsen, maar de informatie is verspreid over en toegespitst op de periodes en de thema's die Van den Broeke gebruikt. Het is jammer dat hij vaak niet vertelt hoe het na 1820 verlopen is.' Henk Slechte in: Geschiedenis Magazine 52 (2017) 1, p. 57-58
'Felicitaties aan het adres van de uitgever voor deze perfect verzorgde uitgave, qua tekst en (kleur)illustraties. Ook aan het adres van de auteur, opgegroeid in de buurt van Middelburg, voor deze goed leesbare, leerzame promotiestudie. Ik kom zelf uit Zeeland, weet van de buitenplaatsen op Walcheren, maar door deze studie krijgen veel zaken meer inhoud en gaat het veel meer voor je leven. Voor de inwoners zelf en de vele bezoekers van Walcheren kan de uitgave als gids dienen.' I.A. Kole voor de Reformatorische Omroep.
Verder besproken op www.noorderbreedte.nl. Lees ook het interview met Martin van den Broeke in het Reformatorisch Dagblad van 9 juli 2016, p. 19.
Verder gesignaleerd door: NBD Biblion, 07-09-2016; Monumentaal 10 (2016) 4, p. 86; Monumentaal 10 (2016) 5, p. 13 (Itakhaprijs); Arcadië (2016), p. 52; Tijschrift van de Rijsdienst voor Cultureel Erfgoed 9 (2017) 1, p. 35; OnzeeigenTUIN, lente 2017, p. 65.