‘Om analyse is het hem niet te doen, maar ondanks zijn gekleurde bril biedt Dubois een breedvoerige schets van de ontwikkeling en de strikte, christelijke sfeer van de Zettense inrichtingen en onderwijsinstellingen.’ Trudie de Bruyn in: Lessen 7 (2012) 2, p. 38-39
'Dit werk is uitermate bekend geworden en de inzet in het belang van veel medemensen sprak lange tijd tot de verbeelding. Toch is de historie van dit liefdadigheidswerk in Zetten nooit wetenschappelijk onderzocht. In de persoon van de heer Dubois werd de auteur gevonden die op boeiende en nauwkeurige wijze de bewaard gebleven stukken bestudeerde en daarvan een aangrijpend verslag uitbracht in verzorgd Nederlands. [...] een voortreffelijk boek, [...] ja, ook een welkome uitgave.' C.R. van den Berg in: Protestants Nederland 78 (2012) 12, p. 302
'Aan de hand van voorbeelden en verhalen wordt getracht een levendig beeld te schetsen van de opvang en diegene die daarvan gebruik maakten of er werkten. In basis slaagt de auteur daarin ook wel, maar de manier van schrijven en het taalgebruik, maken het boek niet altijd even gemakkelijk leesbaar. Voor geïnteresseerden in het onderwerp is het echter een aanbevelingswaardig boek.' Arthur Hanselman in: Mededelingen Historische Kring West-Betuwe 39 (2011) 1
'Dubois beschrijft in zijn studie Reddende liefde uitvoerig de stichting, bouw, inrichting en zelfs sfeer van de verschillende gestichten. [...] Het is niettemin jammer dat de auteur heeft nagelaten de Heldringgestichten in internationaal filantropisch verband te situeren en ook anderszins breder te contextualiseren. Daardoor zou zijn boek aan meermaarde hebben gewonnen. Maar we weten nu wel hoe het er daar in Zetten aan toe is gegaan.' John Exalto in: Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis 14 (2011) 3
'De historicus O.W. Dubois schreef een interessante studie over over het werk van de Heldringstichtingen van 1874 tot 2010. [...] In de loop der jaren lag de nadruk op de godsdienstige en maatschappelijke vorming van duizenden meisjes. Zetten werd de bakermat van de christelijke filantropie en het morele geweten van christelijk Nederland. [...] Temidden van de liberaal-christelijke zelfgenoegzaamheid en ultraorthodoxe lijdelijkheid waren daar de Heldringstichtingen als dochters van het Réveil. Dubois geeft een korte schets van dit Réveil. Graag had ik wat meer gelezen over de internationale setting. [...] Vanuit de Karakterboeken volgen er korte levensgeschiedenissen van talloze anonieme asielzoekers: meestal verwaarloosde kinderen. Het zijn dezelfde verhalen als van Charles Dickens. [...] Dit gedetailleerde wel heel erg veel meer van hetzelfde maakt het lezen soms vermoeiend. Te lange en ingewikkelde zinnen dragen het hunne daartoe bij. Dat neemt niet weg dat het geheel een buitengewoon interessante inzage geeft in dit pionierswerk.. [...] We zijn de schrijver dankbaar voor zijn uitvoerig onderzoek.' C.A. van der Sluijs in: De Waarheidsvriend 99 (2011) 11, 17-03-2011, p. 8
'De geschiedenis van de Heldringstichtingen is invoelend beschreven door Reveilhistoricus dr. O.W. Dubois. Hij schenkt veel aandacht aan de lotgevallen van de bewoners en noemt de verdiensten van bestuurders en medewerkers royaal. De schaduwzijden, zoals het seksueel misbruik door directeur Finkensieper in de jaren tachtig, schildert hij terughoudend. Het goed gedocumenteerde boek ontbeert een register.' Willem Bouwman in: Nederlands Dagblad 28-01-11
'De schrijver voelt zich zeer verbonden met ds. Ottho Gerhard Heldring en diens opvolger Hendrik Pierson. "Ik wilde voor die mensen en voor alle anderen in Zetten die in navolging van Christus hebben gewerkt, een monument oprichten. [...] Het was revolutionair wat Heldring deed. Het Reveil was een echte tegenbeweging die tegen de stroom van een zelfgenoegzame liberaal-christelijke samenleving oproeide. De meeste mensen moesten niets hebben van de opvang van prostituees." [...] De Heldringstichtingen leverden een belangrijke bijdrage aan het burgerlijk beschavingsoffensief van de negentiende eeuw, dat in Zetten voor duizenden meisjes van grote betekenis geweest is.' Uit het interview met O.W. Dubois door Jan van Reenen in: Reformatorisch Dagblad 04-01-11
'Dubois koos heel bewust voor de eerste bestaanseeuw van de Zettense instelling. "Daarvan bestaat het meest samenhangende archiefmateriaal; complete bronnen. [...]." Uit het interview met O.W. Dubois door Bernardo van Hal in: De Gelderlander 26-01-11; zie ook het interview met O.W. Dubois: Meindert van der Kaaij, 'Vrouwen moesten de gevolgen dragen'. In: Trouw/Boeken 22-01-2011, p. 88
'Ontroerend zijn de verhalen van bepaalde personen, bewoners, leidinggevenden, tekenend voor die tijd. [...] Een prachtig bezit voor ieder die persoonlijk met "Zetten" in aanraking kwam en verder voor allen die zich een beeld willen vormen van christelijke liefdadigheid vanaf midden 19e eeuw tot heden.' Reinder Tuitman in: Protestantse Kerkbode Groningen 123 (2011) 17, p. 19
'De vele foto’s en biografische portretten van opgenomen meisjes geven deze geschiedenis een persoonlijk gezicht. De auteur heeft deze bijzondere geschiedenis fraai en gedegen geboekstaafd in deze uitgave.' A. Schippers in: NBD Biblion 03-11-2011
‘Evenals bij veel andere gedenkboeken van eerbiedwaardige instellingen valt op de uitvoering ervan niets af te dingen. […] Het probleem bij het schrijven van een gedenkboek als dit is: hoe achter de subjectieve schilderingen van de jaarverslagen, de Bode en de door Heldrings zoon geredigeerde biografie Leven en arbeid te komen, vooral nu de zgn. “Karakterboeken”, waarin de afkomst en ontwikkeling van de Steenbeekbewoonsters en ook de latere contacten met haar voor intern gebruik werden opgetekend, verloren zijn gegaan (53). […] Een kritischer benadering van Heldring en zijn navolg(st)ers zal hen niet schaden. Het pionierswerk dat zij in Zetten hebben verricht is zo sterk dat het de toets der kritiek best kan doorstaan, het zal er zelfs meer glans door krijgen.’ J. Vree in: Documentatieblad voor Nederlandse kerkgeschiedenis na 1800 35 (2011) 75, p. 70-72
‘De hele toon van het boek ademt vervlogen tijden en de schaarse contemporaine historische literatuur die wordt gebruikt, wordt nogal een terzijde geschoven als onterecht kritisch. […] Hiermee illustreert Dubois echter hoe weinig afstand hij neemt van bronnen uit het verleden. […] Ik hoop dat het rijke historische materiaal dat in “Reddende liefde” ontegenzeggelijk is vergaard aanleiding zal zijn tot nader historisch onderzoek naar dit aspect uit de historische pedagogiek.’ Annemieke van Drenth in: Pedagogiek 31 (2011) 3, p. 238-241
Tevens gesignaleerd in: Historisch Nieuwsblad 20 (2011) 2, p. 99.