Dit eerste deel van Rythmus. Jaarboek voor de studie van het fin de siècle staat in het teken van de Nederlandse en Belgische culturele connecties met Engeland. In de tweede helft van de negentiende eeuw maakte een grote onwetendheid over de Engelse culturele ontwikkelingen plaats voor een directere en bredere receptie van de Engelse cultuur. Deze bundel verkent de impact van Engelse kunstvernieuwingen op de opvattingen over architectuur, kunst en literatuur ten tijde van het fin de siècle, en de weerslag daarvan op de Nederlandse en Belgische culturele productie. Centraal staan de culturele recipiënten - critici, academici, literatoren, vertalers, kunstenaars en architecten - die deze overdracht en integratie bewerkstelligden. De auteurs geven een levendig beeld van de cultuurbemiddelaars die ervoor zorgden dat de Engelse culturele vernieuwingen zich rond 1900 als lopende vuurtjes in de Lage landen verspreidden.
Inhoud: Woord vooraf Inleiding Transfer:HANS VANDEVOORDE,'L’âme bruxelloise'. Georges Khnopff en de Engelse kunst en literatuur tijdens het fin de siècle in België TON VAN KALMTHOUT, Nuchtere zin en een sprankje poëzie, aangewakkerd tot een weldadige gloed. A.E.H. Swaen en de Engelse letteren LISELOTTE VANDENBUSSCHE, Swarth, De Mont en de prerafaëlieten. Gelijkgestemde zielen, gedeelde natuur? LIESKE TIBBE, 'Pilgrims of Hope'. Culturele boodschappers met politieke bagage ANNE VAN BUUL, 'Uit Engeland komt weer van allerlei tot ons'. Jan Veth en Hermine Marius als pleitbezorgers van het prerafaëlitisme in Nederland ELLEN VAN IMPE, De 'ware' erfgenamen van de Engelse Arts and Crafts. Neogotiek versus art nouveau in Belgische katholieke tijdschriften 1890-1914 Integratie: KEES VAN DER PLOEG,De Engelse connectie van de Nederlandse neogotiek WESSEL KRUL, Teleurstellingen en ontdekkingen. Johan Huizinga en Engeland, 1889-1914 JOHAN DE SMET, Een onvermoede anglofilie. Het boekwerk van Charles Doudelet en zijn relatie met de uitgeverij J.-E. Buschmann in Antwerpen (1896-1901) PAUL VAN CAPELLEVEEN, Van private press naar eigen pers en retour. De introductie van de private press-gedachte in Nederland, 1890-1930 STEFAN VAN DEN BOSSCHE, Jozef Muls (1882-1961) als katalysator van het prerafaëlitisme in Vlaanderen SANDER BINK, 'Als Wilde en Beardsley'. Aubrey Beardsley en zijn Nederlandse navolgers Afbeeldingen Abstracts Over de auteurs Over Rythmus - Jaarboek voor de studie van het fin de siècle
'De verdienste van dit jaarboek is dat de lezer een panoramische blik wordt geboden op uiteenlopende (kunst)disciplines in de periode 1880-1920: (neogotische) architectuur, boekdrukkunst en boekverzorging, socialistische en anarchistisch-geïnspireerde emancipatiebewegingen, literaire kritiek - ze schuiven allemaal voorbij. [..] Een bijzondere vermelding verdienen de vele illustraties, inclusief een afzonderlijk katern met kleurenreproducties, waaronder een opmerkelijk portret uit 1924 van Oscar Wildes romanpersonage Dorian Gray in Aubrey Beardsleystijl door Otto Verhagen.' Kris Steyaert in: Spiegel der Letteren 55 (2013) 3, p. 411-413
'De bijdragen verschillen nogal in reikwijdte waarbij, niet verrassend, opvalt dat de meer belezen auteurs meer diepgang bereiken en perspectief bieden dan de jongere, die eerder inventariserend te werk gaan. Dat gezegd, de verdienste van elk afzonderlijk en van Lopende vuurtjes als totaal is dat het aanzet tot kritische vragen en doet verlangen naar meer.' Leo Jansen in: De Negentiende Eeuw 37 (2013) 2, p. 168-170
'Dit erg boeiende verzamelwerk is het eerste volume in een nieuwe reeks die zich de studie van het fin de siècle in België en Nederland, in een internationaal perspectief, tot doel heeft gesteld. [...] Lopende vuurtjes schetst aan de hand van twaalf interessante casestudies de receptie en impact van de Engelse kunst en literatuur in België en Nederland rond de eeuwwisseling. De nadruk ligt daarbij sterk op het literaire bedrijf. [...] Het opzet van Lopende vuurtjes past perfect binnen de sterk toegenomen aandacht van de laatste jaren voor patronen van internationale artistieke uitwisseling, transfer en receptie, onder meer sinds de publicatie van boeken als Thomas DaCosta Kaufmanns Toward a Geography of Art. Voor de negentiende eeuw in het bijzonder, waarvan ons begrip meer dan enig ander tijdvak getekend is door concepten van nationale identiteit en nationale scholen, werpt dit vruchtbare resultaten af.' Jan Dirk Baetens in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis 90 (2012) 4, p. 1440-1443
'Dat de Tachtigers dweepten met Engelse dichters als Yeats en Shelley - en ze voor hun karretje spanden - is wel bekend. Maar uit dit boek blijkt hoe bijzonder dit dat is. Tot 1876 kon je op school één vreemde taal kiezen, en dat werd doorgaans automatisch Frans. [...] Toch ontstond er rond 1900 een interessant contact tussen de weerskanten van Het Kanaal en de Noordzee. Voor het eerst werd wat er in de Engelse wereld gebeurde de talk of the town in de Lage Landen'. Rien van den Berg in: Nederlands Dagblad/Gulliver 10-08-2012, p. 10
'Onlangs verscheen een interessant boek over de wijze waarop men in Nederland en België rond 1900 kennismaakte met de Engelse cultuur. Cultuur begint met contact. […] Twaalf auteurs (onder wie vijf Vlamingen) diepten ieder een onderwerp uit dat valt onder de noemer en titel van die boek […]. In een uitstekende inleiding op dit boek legt Anne van Buul uit dat aandacht voor Engelse cultuur in België en Nederland tijdens het fin de siècle voortkwam uit oprechte interesse, maar ook werd ingegeven door strategische belangen, namelijk als een moreel verantwoordelijke tegenhanger van de “decadente” en “gedegenereerde” Franse cultuur. Vier sterren.’ Hans Renders in: Vrij Nederland 73 (2012) 29, p. 69
‘[…] bijzonder fraai uitgegeven bundel […]. Het is een bont geheel zonder veel samenhang. […] De meeste bijdragen zijn kort en komen niet verder dan een wat droge opsomming van feiten.’ Dick van Vliet in: Kunsttijdschrift Vlaanderen 62 (2013) 1, p. 60
Gesignaleerd in: VVNK Nieuwsbrief (2012) 3, p. 15-16; op www.rond1900.nl, 05-06-2012 en in: NRC/Boeken 15-06-2012, p. 4.